De strijd wordt voortgezet

'

11 februari, 6610e wapenopslagplaats

Eveshka speelde met de zilveren ketting om haar hals. Haar ogen hadden een afwezige blik. Onzichtbaar voor de geüniformeerde mensen om haar heen herbeleefde ze haar verleden. De halsketting met het kruis was de enige tastbare herinnering aan haar familie. Het was haar bijna afgenomen. Ze voelde zich verstijven, zodra ze hem zag. Het uniform van de jongen kon de tatoeages in de hals en op de linkerhand niet verhullen. Hij had nog veel meer met haar willen doen, maar gelukkig voor haar was er tijdig alarm geslagen. De misselijk makende fantasie, die hij ten koste van haar had willen verwezenlijken, deed haar nog rillen als ze er aan dacht. Wat ze aan kleding had gedragen was te kapot geweest om haar lichaam op een fatsoenlijke wijze mee te kunnen bedekken. Tot haar verrassing was er niets meer overgebleven van zijn agressieve houding. De jeugdige soldaat was na het vonnis van de krijgsraad gereduceerd tot een zielig hoopje mens, waar Eveshka geen enkel medelijden voor kon opbrengen. De huilende jongen werd letterlijk naar de gereed staande stoel gesleept. Elk verzet had hij inmiddels al opgegeven. Vandaag zou het leven van deze zeventienjarige jongen eindigen en vele artilleristen zouden er getuige van worden. Deze voor aanranding en desertie schuldig bevonden soldaat kwam immers uit hun midden.

Onbewogen keek Sander op de snikkende tiener neer. Hij had al eerder geruchten gehoord over ingelijfde jongeren, die problemen hadden om te functioneren binnen de hiërarchie van de strijdkrachten. Het was echter iets geheel anders om met één van hen geconfronteerd te worden. Hoog in de hals van het gebogen hoofd zag hij met stift een kruis aangebracht waarop hij moest mikken. De officier die het vonnis had moeten uitvoeren had zich op het laatste moment ziek gemeld. Het kwam hem nog altijd onwezenlijk voor dat hij hier nu stond. Het koste hem moeite om het pistool stil te houden. Al was missen vanaf deze afstand onmogelijk. De loop van het wapen bevond zich slechts enkele centimeters van het kaal geschoren achterhoofd. Sander voelde de terugslag van het wapen in zijn hand toen hij de trekker overhaalde. Het hoofd van de ter dood veroordeelde klapte met een ruk naar voren voor het omhoog kwam en weer boog. Sander sloot zijn ogen. De scherpe geur van kruitdamp drong zijn neus binnen. Langzaam opende de luitenant zijn grijsgroene ogen en hief hij het hoofd op. Verbaasd dat hij zo weinig emotie ervoer bij de dood van deze voor hem onbekende jongen. Slechts walging voor wat hij had gezien. De artilleristen staarden hem met een mengeling van angst, schrik en ontzag aan. Zij waren gedwongen getuige te zijn van de executie. Een dokter bevestigde wat Sander al wist. Hij wendde zich naar de stijf in de houding staande sergeant. De man knipperde zenuwachtig met zijn ogen, alsof er een bericht in morse moest worden over gebracht.

"Opruimen."

De inmiddels opgebouwde Russische woordenschat van Sander was tot dit ene woord gereduceerd, alsof er een deur was dichtgeslagen en hij niet langer meer gebruik van deze informatie kon maken.

De onderofficier salueerde stram toen de Nederlander na een voor zijn gevoel eeuwig durend moment zich verder omdraaide en naar de wagen terugkeerde.

"Ik weet niet wat ik moet doen."

Eveshka was de luitenant na afloop van de executie gevolgd. Ze zag hem rustig een hand naar haar uitsteken. Eveshka hield haar adem in, maar deinsde niet naar achteren. De aanraking deed haar huid tintelen. Hij nam voorzichtig het kruisje, dat ze altijd met zich mee droeg, tussen zijn vingers.

"Christenen, zoals alle andere gelovigen, ontberen de kracht om in zich zelf te geloven en daarom wenden ze zich tot een god." Sander kneep zijn ogen half dicht. "Waar was jouw god toen iemand je probeerde te..." Er klonk geen enkele spot of sarcasme in zijn stem. Hij zweeg. Zoekend naar het juiste woord in de Russische taal voor verkrachting. Het was echter onnodig om de zin af te maken. Sander legde in plaats daarvan de keuze waarvoor ze stond geheel bij haar zelf. Als ze het wilde dan zou de majoor-generaal haar ontslag accepteren. Hij was getuige van het aanbod van Borya geweest, voor hij haar naar de wapenopslagplaats moest begeleiden. Sander liet het sierlijk bewerkte kruisje tussen zijn vingers door glijden voor hij zich abrupt omdraaide. Eveshka keek hem na. Zoekend naar een passende reactie, die naadloos aansloot op haar religieuze achtergrond. Sander had tijdens het uitspreken van het vonnis met een stoïcijns gezicht haar doorslaggevende rol in het doodvonnis verzwegen. Wat ze in het verleden ook van hem mocht hebben gevonden, nu was hij haar held. Een onuitgesproken held, die momenteel een dieptepunt van zijn populariteit bereikte. Beschaamd keek Eveshka naar de grond. Hij zou zijn ogen voor niemand neerslaan. Zoveel wist ze inmiddels wel van hem. Plotseling hief ze het hoofd weer op. Haar ogen straalden weer. "Hij stuurde iemand om over me te waken." Ze zag hem de pas inhouden en omkijken. Inmiddels te ver van haar vandaan om de uitdrukking op zijn gezicht duidelijk te kunnen zien.

"Ik heb bewondering voor je geloof", hoorde ze Sander zeggen, "maar ik blijf je toch behoorlijk naïef vinden."

Eveshka lachte haar witte tanden bloot. Voor de eerste maal sinds de gebeurtenis. Ze zag hem verder lopen. "Ik ga niet weg." Ze had het zonder er nog langer over na te willen denken geroepen.

"Dan zie ik je morgen weer."

Het betekende het einde voor wat als een gesprek had kunnen doorgaan. De bij de wagen wachtende chauffeuse hield voor Sander de deur open. Nadenka vermeed elk oogcontact, maar gedurende de rit naar het hoofdkwartier merkte Sander dat ze hem regelmatig via de binnenspiegel in de gaten hield. Hij keek naar zijn handen. Ze waren schoon, maar er kleefde nu bloed aan.

Voor Nadenka was het nog moeilijk te bevatten wat er was gebeurd. Sander leek zich niet om de gevolgen van zijn beslissing te bekommeren. Niemand had hem kunnen bevelen de plaats  van de zieke officier in te nemen. Toch had hij zich als enige vrijwillig gemeld. De plaatselijke commandant een moeilijk te nemen beslissing uit handen nemend, als niemand zich had gemeld. De andere officieren hadden gezwegen. De ogen neergeslagen naar de grond. Bang om te worden aangewezen, als er niemand onder hen was die deze taak op zich nam.

 

regeringsgebouw, Kaliningrad

De president had het verslag gelezen. Het had de omvang gehad van een half kantje A4 papier. Er stond met een krachtig handschrift de klinisch beschreven feiten rondom de executie in. De president legde het rapport bewust opzij om alle aandacht aan de bezoeker te schenken. Ze keken elkaar gedurende enige tijd aan.

"Mijn officieren hebben eerder draconische maatregelen voorgesteld om de orde in het land te handhaven."

Sander nam een slok uit zijn glas. Liet de alcohol rondgaan in zijn mond voor hij het door slikte en warmte ervan in zijn maag ervoer. "Het is gemakkelijk om er over te praten", zei hij. Even leek het alsof hij meer wilde zeggen, maar zich inhield.

De president knikte en zag hem het lege glas neerzetten. "Je hebt juist gehandeld."

Het was moeilijk te zien of deze woorden tot de jongere man doordrongen en de president besloot het onderwerp te laten rusten. Na nog een paar woorden met elkaar te hebben uitgewisseld stond Sander op en schudde de uitgestoken hand van zijn opperbevelhebber. Buiten de werkkamer van de president bleek de adjudant van de Chinese generaal te staan. Zonder haar zelfs op te merken liep hij langs de vrouw heen.

"U bent voor de Kaliningraders meer dan een gewone soldaat."

Enigszins verbaasd om in het Engels te worden aangesproken draaide Sander zich half om. Hij had haar voetstappen wel gehoord, maar er geen aandacht aan besteed.

"Kennen wij elkaar?" vroeg Sander weinig vriendelijk.

Qiu haalde nerveus glimlachend haar schouders op. Een reactie die hem enigszins bevreemde, omdat de vraag met een simpele ja of nee was te beantwoorden.

"Gelooft u in astrologie? Ik heb me verdiept in uw horoscoop."

Na het horen van de eerste vier woorden haakte Sander al af omdat hij geen nut zag in een voortzetting van het gesprek met de veeltalige vrouw. Het was oorlog en hij had te veel te doen en te weinig tijd om alles uit te voeren. Ze verspilde kostbare minuten met... Met wat eigenlijk? "Ik lees nog wel wat er onder mijn sterrenbeeld staat vermeld." Een laatste knik en hij zette zijn tocht voort. Het bleek echter minder makkelijk te zijn om van haar af te komen.

"Volgens de Chinese astrologie bent u in het jaar van de draak geboren."

"Het is weer eens wat anders dan een waterman te zijn."

Het was voor Qiu verbazingwekkend hoe weinig het hem leek te interesseren en ze gaf zich zelf daarvan de schuld. Naar haar bevooroordeelde mening was de Westerse horoscoop minderwaardig aan de Chinese astrologie en kon daarmee geen enkele vergelijking doorstaan. Het koste haar de grootste moeite om hem bij te benen zonder te gaan rennen.

"Misschien kunnen we het in een sauna bespreken. Het is goed voor onze gezondheid en heel ontspannend", Qiu aarzelde even, "of schaamt u zich ergens voor als we samen gaan?"

Sander begreep waar de Chinese op doelde, maar negeerde de brutaliteit.

"Ik ben nog nooit in een sauna geweest, maar ik kan me er wel iets bij voorstellen. Voor even de oorlog achter je kunnen laten en over iets anders praten."

"Precies", bevestigde ze enthousiast.

"En ik dus niet tot rust kom", bromde Sander op geheel andere toon, "bovendien zal het vragen oproepen als ze ons samen zien."

"Ik ben geen vrijgezel zoals jij en al jaren heel gelukkig getrouwd", antwoordde ze.

Zuchtend schudde Sander het hoofd. Typisch iets voor haar om aan zoiets te denken. Soms had hij wel eens het gevoel dat bijna alles met seks werd geassocieerd, met name door gelukkig getrouwde mensen.

"Al doe ik mijn ring en ketting wel af omdat anders het metaal te heet wordt", zei Qiu glimlachend. Het had hem blijkbaar aan het denken gezet, want op zijn gezicht zag ze een peinzende uitdrukking verschijnen.

"Dus ik kan beter mijn lichaamsversieringen verwijderen, als ik besluit te gaan?"

Deze vraag overrompelde haar. Qiu aarzelde, omdat ze er eigenlijk geen raad mee wist en hij het nog wel over versieringen, meervoud dus, gehad. Piercings waren tot zover zij wist veelal van metaal en konden overal op het lichaam worden aangebracht.

Sander wierp een korte blik opzij, omdat het stil bleef. "Ik denk dat ik er maar vanaf zie. Zo belangrijk vind ik mijn horoscoop nu ook weer niet."

"Het kan dienen om je zelf er beter door te leren kennen."

"Heb ik dat nodig dan?", vroeg hij zelfverzekerd.

Ze bleef staan en keek hem hoofdschuddend na. "Typisch een draak", concludeerde Qiu hardop.

 

Sukhoi Su-34 aanvalsvliegtuig

Het van de Su-30 afgeleidde Su-34 was ontwikkeld om onder alle omstandigheden te kunnen opereren en vandaag waren de vliegers van plan om het te bewijzen. De piloten en navigators keken er zelfs naar uit, om te kunnen demonstreren waar ze toe in staat waren. Het was dan ook een teleurstelling geweest dat de Russische luchtmacht hen zo spaarzaam tegen Georgië had ingezet. Het was meer een operationele proef voor een enkel toestel geweest, die in ieder geval veelbelovend was geëindigd met de vernietiging van een radar bij Tbilisi. Net zoals het prototype ook boven Tsjetsjenië was getest. Misschien als de oorlog tegen Georgië langer dan vijf dagen had geduurd, maar hier konden de vliegers slechts naar raden. In de nabije toekomst moest dit type de verouderde Su-24 gaan vervangen en de vliegers hadden het vertrouwen terug gekregen dat dit ook zou gaan gebeuren. Begin januari 2008 waren deze vliegtuigen in productie genomen. De toestellen waar het 455e luchtregiment mee was uitgerust waren afkomstig uit de pre-productie en prototypes en vertoonden in een aantal gevallen onderlinge verschillen.

Op veilige afstand van de vijandelijke kust had de formatie gevechtsvliegtuigen brandstof bij een tanker ingenomen. Niet omdat de jachtbommenwerpers het bereik ontbeerden. Voor het eerste operationele optreden van de Su-34 tegen de Republiek Kaliningrad wilden de bij de planning betrokken officieren echter elk onnodig risico uitsluiten. Daarna waren de piloten afgedaald om laag boven de golven van de grauw gekleurde Oostzee de reis voort te zetten. Onder de radar van de Kaliningraders door en in de nachtelijke duisternis was dit niet ongevaarlijk. De naast hen zittende navigators moesten de piloten daarbij op koers houden.

In de cockpit verdeelde Pasha zijn aandacht tussen de instrumenten en het toestel dat schuin voor hem vloog. Schichtig bewogen zijn donkere ogen heen en weer. Als hij te hoog ging vliegen dan zou zijn toestel aangestraald worden door de vijandelijke radar. Te laag bracht echter ook dodelijke consequenties met zich mee. Tijdens diverse oefeningen met vliegen op lage hoogte had het 455e luchtregiment behalve een vliegtuig ook de bemanning ervan verloren. Één van de inzittenden was een goede vriend van Pasha geweest en hij was vastbesloten om deze missie in diens naam tot een goed einde te brengen. Zonder de dreiging die de Kaliningraders voor de politici in Moskou waren gaan inhouden had de training minder intensief geweest en hadden ze nog geleefd. Slechts weinig vliegers binnen het 455e luchtregiment deelden deze mening, maar Pasha wilde hoe dan ook de Kaliningraders met de dood van de vliegers in verband brengen. Op een KAB-500L lasergeleide bom had hij met witte verf een boodschap voor de vijand geschreven. Twee van de twaalf externe ophangpunten onder de romp en vleugels waren voorzien van raketten voor zelfverdediging. De rest van de wapenlading bestond uit geavanceerde bommen. Een kwaadaardige grijns verscheen op het gezicht van de piloot. Het was ruim voldoende om een ware ravage op de grond aan te richten.

Overtuigd van zijn eigen capaciteiten en vertrouwend op de Su-34, waarmee ze de oorlog waren ingestuurd, hield Pasha echter geen rekening met de natuur. Ver voor hem en zijn navigator uit werd de nachtrust door laag overkomende vliegtuigen verstoord. Geschrokken sloegen de in paniek geraakte vogels de vleugels uit. De eerste waarschuwing voor de vliegers was de botsing met een meeuw. Het glas van de cockpit versplinterde pas bij de volgende vogel. Een bloederige smurrie en veren bedekten de instrumenten. De wind raasde als een brullend monster de cockpit in. Meer vogels waren de luchtinlaten in gezogen. Op het instrumentenpaneel lichte rode lampjes waarschuwend op. De twee Saturn/Lyulka AL-31FM1 motoren stokten. Het vliegtuig begon hoogte te verliezen. Als een wanhoopsmaatregel loste de navigator de lading bommen. Het gewichtsverlies had geen merkbaar effect. De piloot en navigator werden slechts enkele tientallen meters boven de grond door de K-36D schietstoelen gelanceerd. De nauwelijks ontplooide parachutes remden de val van de vliegers voldoende. De navigator had daarbij meer geluk dan de piloot. Pasha belandde in de tussen de duinen ontstane vuurzee. Slechts de navigator kon zijn doodskreten horen. De handen tegen zijn oren gedrukt staarde de militair hulpeloos in de hoog oplaaiende vlammen, tot het gekrijs niet langer meer was te horen. Overal om hem heen lagen de wrakstukken van de modernste jachtbommenwerper van de Russische luchtmacht. Moeiteloos verslagen door moeder natuur.

 

brandweerkazerne, Kaliningrad

De grof gebouwde instructeur inspecteerde de toekomstige brandweermannen met een frons op het gezicht. Zichtbaar ontevreden over wat hij zag. Zub kon het niet bewijzen, maar naar zijn mening was deze baan plotseling heel populair geworden, omdat het deze jongens en jongemannen een uitweg had geboden om de dienstplicht zonder consequenties te kunnen ontduiken. Toch kon de brandweer deze versterkingen goed gebruiken. Sinds de luchtoorlog op gang was gekomen hadden de huidige brandweermensen maar weinig verlof gekregen. De constante paraatheid van de diverse korpsen verspreid over het land had zijn weerslag gekregen op de mensen die er werkten. Het zou het moraal ten goede komen als de mensen weer vrij mochten nemen, wanneer het hen uit kwam. De instructeur begon met de handen in zijn zij te brullen, met een stem die een dril-sergeant op een kazerne niet zou hebben misstaan. Er werd immers van hem verlangd dat hij in de kortst mogelijke tijd een nieuwe lichting brandweermannen zou afleveren. De man wilde om deze reden geen tijd verspillen, maar elke minuut ervan volledig benutten.

Bezorgd hierover keken de vrijwilligers elkaar aan, voor de instructeur hen met een speeksel verspreidende stem in het gelid zette. Het ging gepaard met de nodige vloeken, geduw en getrek. Tot er een enigszins rechte rij was ontstaan van in de houding staande jongens en mannen. De brandweer hanteerde een van de militairen afgeleidde hiërarchie, met zijn eigen rangen en regels. In de komende weken zouden de jongens en jongemannen hier kennis mee gaan maken. Wie faalde kon alsnog worden opgeroepen voor militaire dienst. Het was voor de meeste van hen een sterke motivator om de instructeur te tonen wat ze waard waren. Geen van hen besefte aan wat voor gevaren een brandweerman in oorlogstijd bloot stond. Verscheidene van hen hadden het advies van hun ouders genegeerd, omdat ze dachten hier net zo veilig te zijn als in het buitenland. Het besef zou pas over een paar weken tot hen doordringen. Waarschijnlijk zelfs pas als een geüniformeerde militair het klaslokaal zou binnenlopen om hen te informeren over de door de Russische luchtmacht gebruikte bommen en raketten en de bijbehorende gevaren ervan. Een deel van deze kennis was ten koste van het nodige bloed vergaard. De hiervan gemaakte collectie van opnamen moest de toekomstige brandweermannen harden voor wat hen mogelijk allemaal te wachten stond. De instructeur wist dit alles, maar eerst bekommerde Zub zich om de conditie van wat hij nu als zijn mannen beschouwde. Onder zijn leiderschap, dat met veel schreeuwen gepaard ging, vormde de rij zich om tot een colonne bestaande uit twee rijen. Zonder een stap te hoeven verzetten commandeerde hij hen heen en weer, tot er grote zweetplekken onder de oksels en op de ruggen zichtbaar werden. De instructeur wierp een afkeurende blik op diegenen die het lichamelijk moeilijk hadden gekregen en inmiddels zwaar hijgend achteraan de colonne renden. "De komende dagen zullen jullie het nog veel zwaarder krijgen", beloofde Zub hen met een brede grijns.

Het was een vooruitzicht dat velen van hen tegen stond, maar de enige andere optie bestond uit vertrekken.

 

790e commando- en controlecentrale

Er waren dagen waarop de huidige oorlog aan belangrijkheid leek in te boeten en onderlinge conflicten de overhand kregen. In de beleving van sommige mensen werd deze op momenten er zelfs in heftigheid door overtroffen. Aan veel van deze dagen ging de komst van de Dutchman vooraf. Zich schijnbaar van dit alles onbewust liep de Nederlander met zijn gebruikelijke doelbewuste tred door de gangen van het gebouw. Hier en daar een knik en een glimlach richting bepaalde mensen uitwisselend, maar nergens vertraagde hij zijn pas voor het maken van een praatje. In dat opzicht was hij totaal anders dan de man met wie hij al diverse ruzies achter de rug had.

De majoor had al vernomen dat Sander onderweg was. Fluisterend was diens komst al van mond tot mond gegaan. Er waren al verwachtingsvolle blikken zijn kant op geworpen en de majoor had geprobeerd deze te negeren. Het koste hem echter de grootste moeite om zich te gedragen alsof er niets aan de hand was. Ditmaal had hij er niet voor gekozen om een ander gangpad te nemen of ergens snel een kantoor binnen te schieten tot de Dutchman was gepasseerd. Hij had het in zijn ogen moedige besluit genomen om te blijven staan, wachtend tot Sander de hoek om zou komen. De majoor werd niet teleurgesteld. Hij ging wat rechter staan, de enigszins stijve houding van de rechtop lopende Nederlander imiterend. "Mag ik je een vraag stellen?", vroeg hij luid.

Nieuwsgierig onderbraken verscheidene mensen hun werkzaamheden om belangstellend toe te kijken. Het tweetal maakte met regelmaat de hooggespannen verwachtingen waar als ze elkaar ontmoette. Vandaag had blijkbaar de majoor het initiatief genomen om het nog eens te bevestigen.

De grijsgroene ogen van de luitenant bleven op de stafofficier rusten, terwijl hij met een snelle pas naderbij kwam. "Dat heeft u zojuist gedaan, meneer."

"Mag ik je dan twee vragen stellen?", herstelde de majoor zich snel en met een rood geworden gezicht. Te laat besefte de Kaliningrader de fout, die hij had gemaakt. De in stilte gekoesterde hoop dat het onopgemerkt aan de ander voorbij zou gaan mocht niet baten.

"En dat was uw tweede vraag", verklaarde Sander met een ondoorgrondelijk gezicht. Hij was nu vlakbij de majoor en zou hem zijn voorbij gelopen als de officier hem niet letterlijk had tegen gehouden. Sander keek naar de hand tegen zijn borst, die de majoor opvallend snel terug trok, alsof de man iets giftigs had aangeraakt. Toch bleef Sander staan. Afwachtend, maar rusteloos. Er waren mensen die later beweerden hem te hebben horen zuchten.

"Ik zou graag willen dat we beter konden samenwerken."

"Wilt u soms weer op mijn voet gaan staan, meneer?"

De majoor schudde met een spijtig gezicht het hoofd. Overtuigd dat het echt zou hebben gewerkt, als de Nederlander enig begrip voor het bijgeloof had getoond. "De generaal wil ook graag dat er iets meer tussen ons was", waagde de man een nieuwe poging. Tot zijn verrassing leek Sander het hiermee eens te zijn. Misschien had hij Borya al veel eerder ter sprake moeten brengen. Hij zag de Nederlander zelfs bevestigend knikken. Een reactie die de majoor als veelbelovend beschouwde. "Waar denk je aan, Sander?", vroeg hij plots in een joviale stemming. Zoekend naar een overeenkomst, die de spanning tussen hen te niet zou kunnen doen. Overtuigd dat hij daarmee de generaal kon plezieren, maar vooral ook zich zelf.

"Een vijf meter hoge muur, meneer." Sander wachtte nog enkele seconden, voor hij een eerste stap zette. Er was nu niemand meer die hem tegen hield en ongehinderd kon hij verder lopen. Sander zag welke kant hij ook op keek iedereen zich snel over zijn of haar toetsenbord buigen.

De majoor had een dergelijk effect niet op zijn omgeving, door gewoon aanwezig te zijn. Verbitterd keek hij de Nederlander na. Uit gemak vergetend dat hij de ander ook gewoon uit de weg had kunnen gaan.

 

Skipper hotel

Het had voor ze er aan begon allemaal zo logisch geklonken voor Qiu om aan te kloppen. Alleen kon de jonge vrouw geen goede reden bedenken waarom ze op de uitnodiging van Sander was in gegaan om binnen te komen. Iets wat natuurlijk te voorzien was geweest als je bedacht dat ze hier naar toe was gekomen om hem beter te leren kennen. Voor Qiu was het alsof ze na het open gaan van de deur een andere wereld betrad.

Alleen had ze niet verwacht dat een man met slechts een handdoek om zijn middel de deur open zou doen. Qiu kleurde opnieuw bij de herinnering aan hoe stuntelig ze bij de deur had geklonken. Alles wat ze vooraf had bedacht om te zeggen was ze bij het zien van de gele handdoek kwijt geweest. Daaronder was hij naakt! Zelfs het in papier verpakte cadeau had ze niet als excuus weten te gebruiken. Alle rationaliteit leek ze bij de voordeur achter zich te hebben gelaten.

"Maak het je zelf makkelijk", herhaalde ze hardop de eerder tegen haar uitgesproken woorden, terwijl ze om zich heen keek. Qiu was na het verlaten van de hal meteen in de slaapkamer beland. Voor hij, in wat de badkamer bleek te zijn, was verdwenen, had hij nog gezegd waar de waterkoker stond. Het enige wat Qiu nu deed was stil staan en het Boeddhabeeld vasthouden. Haar handen leken er wel mee te zijn vergroeid, zo krampachtig als ze het vast hield. Op haar onderlip bijtend keek ze om zich heen. Had hij daar wel kleren liggen? Een vraag waarvan het antwoord plotseling heel belangrijk voor haar was geworden. Bijna in paniek draaide ze zich om. Ze kon het water nog steeds horen stromen, maar voor haar gevoel kon elk ogenblik de deur van de badkamer opnieuw open gaan. Hoe lang was hij al in de badkamer? Qiu keek om zich heen, op zoek naar een uitweg als de hal versperd mocht zijn. Zich zelf vervloekend omdat ze aan iets was begonnen waarvan ze niet wist waar het toe zou leiden. Tot haar donkere ogen op een open geslagen kladblok van A4 formaat bleven rusten. Deze lag op een nachtkastje, met een pen er naast. Van deze afstand leek de bovenste bladzijde vol geschreven. Haar nieuwsgierigheid verdrong alle eerdere nare gedachten, die vanuit het niets bij haar waren opgekomen. Tot haar frustratie had hij in een voor haar onbekende taal geschreven.

Enkele meters van haar vandaan vroeg Sander zich af waarom hij de adjudant van de generaal in huis had gehaald. Er waren wel eens geschiktere momenten geweest om op de deur te kloppen en daarom had hij het doordringende geluid genegeerd, terwijl hij verder ging met uitkleden. Tot het duidelijk werd dat de persoon aan de deur vastbesloten was om hem te spreken. Wat hij zag na het opentrekken van de deur waren zwarte haren die een bleek, smal gezicht omlijste. Haar mond was open en dicht gegaan voor ze van de handdoek opkeek. Ze was begonnen te praten, terwijl ze met beide handen een in kleurrijk papier verpakt cadeau vast hield. Het klonk verwarrend en slechts enkele woorden bleven bij hem hangen. Sander had haar met een gebaar van zijn hand onderbroken en eenvoudig de deur voor haar open gehouden.

"Je kan binnen wachten of buiten, maar ik ga eerst douchen."

Aarzelend was ze de hal binnen gestapt, waarbij ze zover mogelijk van hem vandaan bleef. Wat een hele prestatie was in de nauwe hal. De gedachte er aan deed hem glimlachen. Sander draaide de kraan dicht en het water hield op met stromen.

Hij trof de bezoekster aan op het balkon. Zo te zien had ze het zich gemakkelijk gemaakt. Het door haar mee gebrachte cadeau stond naast haar op de tafel.

"Ah, thee."

Ze had twee koppen, een kan en nog meer mee naar buiten genomen. Het enige wat zo in een oogopslag ontbrak was de koektrommel.

"Wat vind je ervan?"

Even dacht ze dat Sander de thee bedoelde, maar toen zag ze hem in de richting van de rivier de Pregel knikken. "Je hebt een prachtig uitzicht."

Grijnzend beaamde Sander het. "Ik had even genoeg van mijn veldbed."

"Leefde je in Nederland ook alleen?"

"Hoe kom je daarbij?"

"Ik zag op je bureau en ook hier nergens een foto."

"Als je het zou zien waar ik woon zou je weten dat mijn interieur een vrouwenhand mist. Het is geheel naar mijn smaak ingericht, maar is ook makkelijk schoon te houden." Sander nam een slok thee, maar hij genoot minder van de smaak dan anders het geval was geweest. Ze had iets aangeroerd wat hij zeker nog niet bereid was om met haar te delen. Daarvoor wist hij te weinig van haar. Ook al kwamen ze elkaar geregeld tegen.

"Ik heb een presentje uit de Volksrepubliek China voor je."

Glimlachend nam hij het in papier verpakte cadeau aan. Het was behoorlijk zwaar voor zijn grootte. Enkele tellen later had hij een stenen beeldje in zijn handen. "Een Boeddhabeeld."

"Een gekregen Boeddhabeeld brengt geluk, omdat het gebaar van het geven het beeld waarde toekent."

"Bedankt", zei hij, terwijl hij zich afvroeg waar hij het beeld tijdelijk moest plaatsen, om het morgen weer mee te kunnen nemen. Voorzichtig zette hij het beeld neer. "Wat kan ik voor je betekenen?"

"Waarom zou mijn aanwezigheid iets met ons werk te maken moeten hebben?"

Hij zei niets, maar haar reactie leek hem te amuseren.

"Goed dan. Heb je enig idee wat voor informatie jouw generaal wenst van ons? We kunnen hem beter en sneller helpen als we dit weten."

Hier had Sander wel een idee van en zag Qiu veel van wat hij zei gewetensvol noteren op een te voorschijn getoverd notitieblokje.

 

13 februari, 790e commando- en controlecentrale

Onzichtbaar voor het blote oog cirkelden honderden satellieten in een baan om de planeet. Sander had er tot voor kort zelden bij stil gestaan. Nu moest voor elke verplaatsing binnen de grenzen door de militairen rekening worden gehouden met de vanuit de ruimte op hen gerichte cameralenzen. De banen van deze satellieten waren de Kaliningraders bekend en dat vergemakkelijkte hen om bepaalde werkzaamheden te verheimelijken.

Zelfs Sander wist zich gedeeltelijk toegang te verschaffen tot de informatie, die de Volksrepubliek China hen verschafte. Het bleek meer te zijn dan wat hij zelf had kunnen bedenken en met Qiu had gedeeld. Nieuwsgierig bekeek hij de beelden en overzag het geheel door deze snel vooruit en weer achteruit te spoelen. Ze waren niet zo gedetailleerd als hij wenste, maar het was al veel meer dan hij eigenlijk op mocht rekenen. Het was beter in ieder geval dan de opnamen van de Oekraïense Sich-1 satelliet.

"Hoe komen we er achter dat er met deze beelden niet geknoeid is?"

"Vertrouwen?", reageerde Borya met zijn armen over elkaar.

Sceptisch gestemd bekeek de Nederlander de opnamen nogmaals. "Ik vertrouw mensen niet verder dan ik ze kan gooien en zo sterk ben ik niet."

De opmerking deed de majoor-generaal grinniken. Misschien was de Nederlander wel iets van de paranoïde houding van Russen in het algemeen gaan overnemen. "Het ijs rukt ook op. De ijsbrekers hebben steeds meer moeite om de vaargeulen open te houden. De havens van Sint-Petersburg zullen spoedig dicht gevroren zijn en dan moet de Noordelijke vloot de bevoorrading van alle oorlogsschepen in de Oostzee gaan overnemen", zei Borya glimlachend.

De logistieke problemen voor de Russen werden steeds nijpender en dat gunde Sander hen van harte. Het verlies van de enige ijsvrije haven in de Oostzee begon de vijand parten te spelen. "Ik vraag me af waar de Russen hun strijdkrachten noodgedwongen verzwakken als ze eenheden naar het Oostzeegebied sturen."

Borya haalde onverschillig zijn schouders op. Waar dit ook gebeurde, het ontbrak de Republiek Kaliningrad aan de middelen om er gebruik van te kunnen maken.

"Kunnen we de Chinezen polsen of ze bereid zijn om meer opnamen dan van alleen het westerse deel van Rusland vrij te geven?"

"Jij bent lastig als je vragen begint te stellen. Concentreer je op het Oostzeegebied. De rest is voor ons van geen enkel belang"

"Ja, meneer." Sander had geen zin om te betwisten wat hij de Kaliningrader had horen zeggen.

Zuchtend leunde Borya met beide handen op het tafelblad. "We hebben nog een ander probleem. Volgens de Chinezen sturen de Russen de Admiraal Kuznetsov naar de Oostzee. Het is een vliegdekschip", verklaarde hij voor Sander.

Deze verduidelijking bleek overbodig te zijn. De Nederlander had veel van zijn tijd benut om zich in militaire hardware van Russische origine te verdiepen. Op het internet had hij ook informatie over het decennia oude oorlogsschip Admiraal Kuznetsov gevonden.

"Het kan inderdaad een noodgeval worden als ze het vlaggenschip sturen. Bieden wij hen assistentie aan als het uit zich zelf begint te zinken?"

Ook de generaal twijfelde aan de waarde van het schip, maar hij kon het zich niet permitteren om zo luchtig te reageren als de Nederlander deed. "Onderschat je tegenstander nooit."

"Het kan ook een ernstige fout zijn om de vijand te overschatten, meneer."

Zwijgend beaamde Borya het. De Nederlander leerde verrassend snel.

"Wat weet je van Chinese jagers?", vroeg hij nu opmerkelijk zachter.

"De Polen denken dat de Oekraïners het 149e squadron op sterkte brengen, maar de Shenyang J-11 schijnt aan de binnenkant toch meer te verschillen van onze jagers dan we hadden verwacht. De introductie bij onze vrijwilligers zal hierdoor wel wat vertraging gaan oplopen, maar dankzij de Chinese piloten behoord 's nachts het luchtruim weer ons toe en betwisten we het gezamenlijk de Russen overdag. Ik heb overigens geruchten gehoord dat de CAC FC-1 misschien ook onze kant op komt. Is dit waar?"

"Nee, maar hoe weet jij dat allemaal?", siste Borya. Verbijsterd over hoe luchtig de Nederlander hierover praatte, terwijl alle betrokken mensen de lippen hierover stijf op elkaar hadden moeten houden.

"Ik ben geïnteresseerd geraakt in de Xiaolong sinds iemand me heeft verteld wat mijn Chinese horoscoop is, meneer."

Verward keek de generaal zijn mindere aan. Hij had geen flauw benul waar de Nederlander het over had, maar vermoedde dat het met de betekenis van de Chinese naam voor de Chinese jagers had te maken, gevreesde draak.

"Wat weet je nog meer?", drong hij aan.

"Alleen wat u bereid bent om met mij te delen."

"Ik heb jou hiervan geen deelgenoot gemaakt", zei Borya verbolgen.

"Oh, in dat geval zal ik het wel ergens anders hebben opgevangen."

"Moet ik me zorgen gaan maken?"

"Alleen als u denkt dat ik loslippig ben, meneer."

Borya schudde licht het hoofd. Het zat hem dwars dat de Nederlander meer wist dan hij behoorde te weten, maar tegelijk vertrouwde hij op de discretie van de Dutchman. De man wist wanneer hij moest zwijgen en had het onderwerp pas aangeroerd nadat zijn meerdere er zelf over begonnen was.

"Als ik iets anders verneem dan scheur ik je lippen er eigenhandig af."

Sander begon te grinniken alsof het dreigement geen enkele indruk op hem maakte. Hij zag Borya gefrustreerd het hoofd schudden en vervolgens weglopen.

 

kantine

Afgunstig keek Qiu met vrijwel de kin op haar borst naar beneden. Het uniform gaf slechts lichte welvingen van vrouwelijkheid prijs aan de mensen om haar heen. Voor haar gevoel gingen deze geheel in de kreukels verloren. Het was wel het grootst zichtbare verschil tussen haar en Meiying. Ze vermoedde dat haar landgenoot plastische chirurgie had ondergaan om haar cupmaat aanzienlijk te laten opvoeren. Het zou nog erger zijn als de borsten van Meiying puur natuur waren. Evolutionair benadeeld slaakte Qiu een diepe zucht. "Wat vind jij van haar?", vroeg ze fluisterend aan de naast haar zittende chauffeuse.

Ze had het gezelschap van Nadenka opgezocht om haar ongenoegen met iemand te kunnen delen. De Kaliningradse was wel in voor wat geroddel.

"Dat is een domme slet."

Verrast door de directheid van Nadenka hief de Chinese het hoofd weer op. Ze zag de Kaliningradse boos in de richting van de jonge vrouw kijken, voor wie Qiu ook weinig liefdevolle gevoelens was gaan koesteren. Het was allemaal te wijten aan haar vader. De generaal had deze vrouw hier naar toe laten halen en ze geloofde niet in toeval als hij iets deed. Beslissingen nam hij alleen na er vaak lang en grondig over na te hebben gedacht. Het was iets waar de impulsiever ingestelde  Kaliningraders zich snel aan waren gaan ergeren.

"Ze hangt heel de tijd om hem heen en haar toespelingen zijn voor een ieder duidelijk."

Het was juist iets wat Qiu ook op was gaan vallen. Eigenlijk mocht ze zich hier niet druk om maken, want zowel Meiying als Sander waren vrijgezel. "Ook voor Sander?"

Nadenka keek opzij, de gelaatstrekken van de Chinese in zich opnemend, voor ze knikte. Qiu probeerde het misschien wel, maar ze bleef niet onbewogen na deze bevestiging. Glimlachend klopte ze de jonge vrouw bemoedigend op een bovenbeen. "Hij vind haar teveel op jou lijken en dat heeft hij me zelf verteld."

Misschien zou ze zich onder andere omstandigheden zelfs beledigd hebben gevoeld, maar Meiying had inderdaad veel van haar weg. Het was echter nog te weinig om Qiu geheel gerust te kunnen stellen. "Het is wel een man." Doelend op het grootste verschil tussen haar en Meiying en waar in haar beleving elke man zich tot aangetrokken voelde.

"Ja, maar ik geloof niet dat hij echt interesse in haar heeft." Nadenka begon te lachen en zag Qiu haar nieuwsgierig aankijken voor een verklaring. "Weet je dat ze hem mee uit eten heeft gevraagd?"

"En ging hij er niet op in?", raadde Qiu, vervuld van hoop.

"Sander zei haar een restaurant te regelen voor dertig februari."

Woedend keek Qiu in de richting van Meiying. "De hoer." Het duurde een paar seconden voor ze Nadenka weifelend opnieuw aan keek. Had ze de ander nu verkeerd verstaan? "Maar dertig februari bestaat toch helemaal niet?"

"Precies", beaamde Nadenka lachend. "Ik zei toch dat het een domme slet was. Het duurde ruim een uur voor ze het in de gaten had."

Giechelend keken de vrouwen naar Meiying. Het was alsof de Chinese de blikken op haar voelde rusten, want ze keek vanachter haar kom soep op.

"Ze kijkt. Ze kijkt." Snel sloeg Qiu haar blik neer.

"Ja, en?", vroeg Nadenka uitdagend. "Ik ben echt niet bang voor haar. Gisteren vroeg ze of ik haar naar het centrum wilde brengen."

"Wat heb je gedaan?"

"Ik heb tegen die heks gezegd dat ze kon gaan lopen. Ze mankeert niets aan haar benen. Daarna pakte ze heel verontwaardigd de telefoon om in mijn bijzijn de Dutchman te gaan bellen."

Bewonderend keek Qiu haar aan. Ze had blijkbaar in de chauffeuse een bondgenote gevonden. "En toen?"

"Dat rot wijf beklaagde zich bij hem over mij. Ik weet niet precies wat hij zei, maar ik zag haar wel de telefoon op de luidspreker te zetten om deze tussen ons in te houden. Hij zei tegen Meiying dat ze kon gaan lopen en mij nooit meer lastig moest vallen."

Het was een reactie die het vertrouwen van Qiu in de Nederlander weer volledig herstelde, ondanks dat hij een man was.

 

Hoofdkantoor KD Avia

Het ging goed met het bedrijf. Tegen alle eerdere verwachtingen van de directie in. De nationale luchtvaartmaatschappij van Frankrijk leverde hen het meeste werk en geld op door vliegtuigen en personeel te leasen. Vermoedelijk zat daar Voleunje achter, maar zelfs politiek gekleurd geld betekende inkomsten voor de maatschappij. De lonen konden tijdig uitbetaald worden en daar zou het met name de medewerkers om gaan.

Wat de Franse steun nog begrijpelijker maakte was de getoonde interesse in de Airbus 319, als vervanging voor de uit Amerikaanse en Russische passagiersvliegtuigen bestaande luchtvloot. De directeur kon zich wel een glimlach veroorloven. In het verleden hadden de grootste inkomsten gelegen in de lijnvluchten tussen de enclave en de rest van Rusland, maar nu kreeg hij de kans om het netwerk naar omringende landen nog verder uit te breiden. De toekomst lag in Europa en met name het westerse deel ervan. Daar was de man van overtuigd. Het grootste probleem waren nu de onderhandelingen met de Fransen, omdat zij zelf ook nog niet wisten hoeveel toestellen ze precies wilden en ook konden bestellen. Vijfentwintig was een getal dat de Fransen natuurlijk als muziek in de oren had geklonken, maar Vitali had er direct een misschien aan toegevoegd. Hij was een man die zijn opties graag open hield. Iets wat hem steeds minder goed af ging in onderhandelingen met de overgangsregering. Het was al lastig genoeg gebleken om de aanwezigheid van gevechtsvliegtuigen binnen een burgerluchtvaartmaatschappij als KD Avia te verklaren voor iedereen die hier nieuwsgierig naar was. Toch had Vitali met de gehele directie er met de nodige moeite een meer civiele invulling aan weten te geven. De vliegtuigen die nu intensief boven de Republiek Kaliningrad voor de luchtverdediging werden ingezet, konden ook op een meer geciviliseerde wijze inkomsten voor de maatschappij verwerven. De toestellen en piloten konden ook ongewapend worden ingezet voor een toch nog realistische gevechtstraining tegen de luchtmachten van andere landen. Momenteel waren er een aantal medewerkers druk bezig om hiervoor de kosten te berekenen. Het was een omvangrijke taak, waar ze nog wel verscheidene weken mee bezig zouden zijn. De directeur wilde goed voorbereid de commerciële markt betreden met deze extra dienstverlening van KD Avia. Vitali had zijn pas verworven Franse zakenrelaties hier al een beetje over ingelicht, om te zien hoe ze zouden reageren. Het grootste obstakel voor het realiseren van zijn plannen was echter de overgangsregering. Het bewijs daarvoor zag hij ook nu vandaag weer. Gefrustreerd luisterde de directeur naar de enthousiaste regeringsfunctionaris. Zonder enig overleg was door tussenkomst van de regering zijn maatschappij onverwachts betrokken geraakt bij een nieuwe aankoop in de Oekraïne. Het gezicht van de man betrok. "Nog meer jagers?", vroeg Vitali met een snauw. De ongewenste gevolgen voor de luchtvaartmaatschappij en zelfs het hele land vrezend, als de buitenlandse aankoop bekend werd. Tot zijn verbazing schudde de nog altijd glimlachende functionaris ontkennend het hoofd.

"Deze toestellen zijn ongewapend en zullen als ze eenmaal zijn geland waarschijnlijk ook niet meer vliegen."

Het klonk voor de directeur te mooi om waar te zijn. "Halen jullie de jagers dan voor de onderdelen hier naar toe?"

"Het zijn echt geen jagers, meneer. De Antonov An-71 moet het publiek naar het museum trekken en de aandacht in het algemeen op de luchtvaart vestigen."

"Een Cheburashka?"

"Deze versie is wel afgeleid van de An-72, maar heeft volgens mijn bronnen nog geen bijnaam. De bijzondere vorm van de romp zullen aan de naamsbekendheid van KD Avia als sponsor voor het project bijdragen. Tot zover ons bekend zijn er maar twee van in de Oekraïne. Zelfs in de hele wereld. We hebben ze ternauwernood van de sloophamer gered", loog de functionaris onbeschaamd. "Voor vliegtuigen die een paar decennia oud zijn zien ze er nog redelijk uit."

Gerustgesteld knikte de directeur. Het klonk alles bij elkaar minder ingrijpend voor de vliegtuigmaatschappij dan hij vooraf had verwacht. "Bij welke museums komen deze vliegtuigen eigenlijk te staan?", informeerde Vitali nu zelfs belangstellend.

"Heeft u misschien een voorstel?"

De directeur bleek met meerdere suggesties te komen. Goedkeurend knikkend noteerde de regeringsfunctionaris alles op zijn kladblok. Hij stopte niet met schrijven toen de inkt steeds lichter van kleur werd en tenslotte geheel op hield met uit de pen te stromen. Niemand was van plan om rekening te houden met wat de directeur wilde, maar soms was het beter de schijn op te houden dat dit wel het geval was.

 

Staatsuniversiteit Immanuel Kant

"Wilt u alsjeblieft ophouden met praten als ik u aan het onderbreken ben?"

Nadenka keek snel naar de vloer om te voorkomen dat iemand haar glimlach zou zien. Ze was er getuige van hoe Sander op een bijna galante wijze de projectleider het woord ontfutselde. De man met het uitgedroogde en stoffige uiterlijk zweeg inderdaad, zoals haar meerdere hem met een zware stem had gevraagd.

"Onze jachtpiloten beschouwen het meer als een computerspel dan als een realistische simulator. Ik verlang van u dat uw team aan de slag gaat met deze feedback. Mail me vandaag wat of wie u hiervoor nodig heeft en geen excuses of beschuldigingen. Vervang leden van uw team, als u dit noodzakelijk vind, anders zoek ik een nieuwe teamleider. Ik kan alleen mensen gebruiken die resultaten boeken."

Nadenka keek op, bijtend op haar onderlip. Het was alsof de temperatuur in het vertrek met een paar graden was gedaald. Misschien beeldde de chauffeuse het zich wel in, want ze voelde zich al een paar dagen niet zo lekker.

"We gaan."

Zonder erbij na te denken hield ze de deur voor de Nederlander open. Voor ze de auto hadden bereikt had hij al weer de telefoon in de hand. Het leek steeds meer een verlengstuk van zijn eigen lichaam te worden, zo vaak als ze hem met het apparaat zag.

"Ken je toevallig Pools?"

Ze voelde hem in haar zij porren. De vraag was voor haar bedoeld. Nadenka schudde haastig het hoofd en zag zijn gezicht betrekken.

"Jammer."

Nadenka zweeg. Ze vroeg niet naar de reden. Als hij het haar wilde vertellen dan zou ze wel vernemen waar het telefoongesprek over ging. In het andere geval zou hij er gewoon over zwijgen. Het was iets waarin hij bijzonder goed was, wist ze inmiddels. Bij hem waren geheimen veilig. Er waren niet veel mensen in haar leven waarvan ze hetzelfde kon zeggen.

"Neem een paar dagen vrij. Je bent verkouden."

"Het is morgen vast weer over."

"Zo meteen steek je mij ook nog aan."

"Ja, dát zou erg zijn."

"Inderdaad", antwoordde Sander rustig, maar zelfverzekerd, alsof er geen enkele twijfel over kon bestaan.

Hoofdschuddend nam ze plaats achter het stuur. Hij maakte zich wel degelijk zorgen om haar. Al zou een ander dit niet uit zijn woorden kunnen afleiden, maar ze kon het aan zijn stem horen. De toon waarop hij eerder tegen de projectleider had gesproken was harder en onbuigzamer geweest. De blik in de grijsgroene ogen hadden geen enkele barmhartigheid voor haar landgenoot gekend, maar bij haar was het altijd anders.

"Ik vertrek op kort termijn naar Polen en zal je diensten voorlopig niet nodig hebben. Zorg dat je weer fit en uitgerust bent bij mij terugkeer."

"Ja, meneer."

Even later kon ze zijn vingers over de open geklapte laptop horen bewegen. Enkele minuten later was hij volledig verdiept in zijn werk. Bezorgd vroeg Nadenka zich af wat hij via de telefoon te horen had gekregen. Via de binnenspiegel zag ze hem diverse malen het hoofd schudden en een enkele keer hoorde ze hem zelfs zuchten. Hij merkte pas dat ze op hun bestemming waren aangekomen, nadat ze het autoportier voor hem open hield. Op het scherm van de laptop zag ze een merkwaardig vorm gegeven vliegtuig afgebeeld.

"De Madcape", verklaarde Sander en klapte de laptop dicht. "Ik had niet verwacht dat het de majoor ooit zou lukken om iets te vinden dat we daadwerkelijk kunnen gebruiken, maar blijkbaar had ik het mis. Gelukkig!"

Hij had zijn magere kennis over de Antonov An-71 weer opgefrist met informatie van het internet. Het toestel met het registratienummer 780151 had gedurende het testprogramma bijna vierhonderd vluchten gemaakt. De als 780361 geregistreerde Antonov had slechts vijfentwintig vluchten minder gemaakt, maar wel aanzienlijk minder vlieguren. Het verschil bestond uit tweehonderd en zeventig vlieguren. Deze getallen zou hij over enkele minuten al vergeten zijn, omdat ze er feitelijk niet toe deden. Het in Polen ontstane oponthoud was veel belangrijker. Als de daar ontstonden problemen niet konden worden opgelost, dan zou het land de luchtoorlog met alleen een enkel Chinees airborne warning and control system moeten voortzetten. Het betekende voor de luchtverdediging een opgelopen achterstand die op geen enkele andere wijze goed te maken was.

 

Rzeszów-Jasionka vliegveld, Polen

Sander zag de Poolse officier gebaren naar de soldaten, om de deur voor hem en de buitenlandse bezoeker open te houden. Alle in de commando- en controlecentrale voorbereidde planningen konden nu wel in de prullenbak worden gegooid en dat allemaal vanwege een enthousiaste liefhebber van vliegtuigen. Een Britse spotter had de typerende vorm van de An-71 zelfs in het donker onmiddellijk herkend. Trots had hij zijn vrienden van de aankomst van de twee toestellen op de hoogte gebracht. Deze bekenden van de spotter hadden weer andere mensen op de hoogte gebracht. Daarna was het in een opmerkelijke korte tijd wereldnieuws geworden. Wilde speculaties voedde de inmiddels op het internet ontstane complottheorieën.

De neutraliteit van Polen kwam in het gedrang. Een verkeersluchtleider had na het ontvangen van een telefoontje het vluchtschema per direct laten annuleren. De in paniek geraakte Polen hadden het duo vliegtuigen naar een hangar gedirigeerd, de deuren meteen gesloten en deze vervolgens streng laten bewaken. Als het vermoedelijk aan hen lag zouden de toestellen daar tot het einde van de oorlog moeten blijven.

Hij was gestuurd om hier verandering in te brengen. Zo beschouwde Sander in ieder geval zijn opdracht. Al was de generaal heel wat vager in zijn bewoording geweest. Juist zijn nationaliteit bleek hierbij van doorslaggevend belang te zijn. Met een Nederlands paspoort was Sander vrij om een EU-land als Polen te betreden. Al had hij hiervoor wel zijn uniform moeten verruilen voor een net pak. Zelfs de door hem verwenste stropdas ontbrak daarbij niet. Het was voor deze gelegenheid voorzien van een dasspeld met het logo van KD Avia. Tijdelijk had hij een andere werkgever gekregen, maar iedereen die hem kende wist waar zijn ware loyaliteit lag.

"Hoe lang duurt het nog voor er een beslissing wordt genomen?"

Armandek haalde zijn schouders op. Hij liet zich niet misleiden door het pak dat de bezoeker droeg. De man had de houding van een militair en gedroeg zich alsof hij een hoge functie vervulde. Steeds als de Pool de buitenlander aan keek werden zijn donkere ogen naar de helende wond op de wang getrokken. Daarom concentreerde hij zich met de nodige moeite op de beide vliegtuigen.  

"Nou?", vroeg Sander met een snauw, nadat het antwoord naar zijn zin te lang uitbleef.

De officier haastte zich weg om het antwoord voor de bezoeker te achterhalen. Sander keek ongeduldig om zich heen. Het had al de nodige moeite en veel geld gekost om de prototypen voor het Airborne Early Warning And Control System weer vliegwaardig te maken. Het meeste was buiten de overgangsregering om met de Oekraïners geregeld, vanuit Londen. Misschien was ook Beijing vanuit de achtergrond bij betrokken, maar helemaal zeker was hij hier niet van. Nieuwsgierig of het dit allemaal ook waard was stapte bij aan boord van de dichtstbijzijnde Antonov An-71. Verbijsterd keek hij in de cabine om zich heen. De zes leeg gehaalde werkstations voor de operateurs boden een troosteloze aanblik. Het E-801E 'Oko' radarsysteem ontbrak! Voor vertrek had hij zich hierover ingelezen, maar al deze informatie leek nu volslagen nutteloos. De problemen die de Oekraïners met het installeren van de Kvant-M radar ondervonden hadden deden er helemaal niet meer toe. Net zo min als zijn zorgen over het feit dat de in de jaren negentig van de vorige eeuw geïnstalleerde apparatuur als verouderd kon worden beschouwd en het de overgangsregering aan geld ontbrak om de radar op te laten waarderen of mogelijk zelfs te vervangen door een geheel nieuw systeem.

Het was waarschijnlijk de belangrijkste reden waarom zelfs de Russische Federatie weinig moeite had gedaan om de verkoop tegen te houden.

Een An-72 transportvliegtuig, waarop het ontwerp was gebaseerd, kon zich naar zijn mening nog nuttiger voor hen maken. Totaal overrompeld over zijn ontdekking schudde Sander het hoofd. Langzaam begon hij te begrijpen waarom de majoor-generaal en de leden van zijn staf zo zorgeloos hadden geleken. Zijn superieur wist hoe weinig waarde de An-71 in werkelijkheid voor hen had. Het was waarschijnlijk ook de reden dat met zoveel verharde en onverharde vliegvelden verspreid over Polen het internationale vliegveld Rzeszów-Jasionka was gekozen om de tussenlanding te laten plaats vinden. Boos greep hij zijn telefoon om meer antwoorden te eisen, maar voor zijn vinger de sneltoets bereikte was hij al van gedachten veranderd.

"Ze willen dat ik faal." Het besef was vanuit het niets tot hem doorgedrongen. De majoor had hem goed gehumeurd succes gewenst en zich zelfs er niets van aangetrokken toen een reactie van de Nederlander achterwege bleef. De verbijstering van Sander had al plaats gemaakt voor wrevel, maar was nu compleet omgeslagen in een woedende vastberadenheid. Ongelukkig genoeg voor de luitenant had de voor zijn superieuren excuses stamelende Pool dit moment gekozen om zijn overpeinzingen te verstoren. Geen enkele tegenslag kon Sander er echter van weerhouden om zijn oorspronkelijke instructies uit te voeren. Hij verliet het toestel weer en de Pool volgde hem gedienstig op de voet. "Ik wil de douane spreken over contrabande." Voor Armandek meer dan vijf stappen had kunnen zetten wist de Nederlander opnieuw zijn aandacht te trekken. "Ik heb ook verf nodig. We gaan deze vliegtuigen een nieuw uiterlijk geven."

Sander keek met de handen in zijn heupen naar de Antonov. In zijn fantasie was over de oorspronkelijke witte kleur van het tweemotorige toestel al met blauwe verf een sierlijke baan met golvende lijnen aangebracht, waarin de in helder geel uitgevoerde letters KD uitsprongen. "Wij vliegen naar Kaliningrad", beloofde Sander aan de levenloze vliegmachines en zich zelf.

De Poolse luitenant knipperde verrast met zijn ogen. Zich bezorgd afvragend waar hij nu in hemelsnaam toch in betrokken was geraakt.

"Wat is het netnummer voor Groot-Brittannië? Ik wil iemand in Londen bellen."

"Ik weet het niet, meneer."

"Dan wordt het de hoogste tijd dat jij het voor me uitzoekt, nietwaar?"

Armandek knikte. Hij had plotseling haast gekregen om weg te komen. Elk moment verwachtte hij opnieuw de stem van de man te horen met nog meer instructies. Sander bleek hem niet teleur te stellen. Er moest nog een heleboel geregeld worden om de vliegtuigen de hangar weer uit te krijgen en de Poolse officier werd met een onevenredig deel daarvan belast.

 

Staatsuniversiteit Immanuel Kant

Sofiya had speciaal voor zijn nummer een andere beltoon ingevoerd. Zo wist ze al dat het de Dutchman was die haar lunch kwam verstoren. Na een keer diep adem te hebben gehaald nam ze op. Ze opende haar mond voor een begroeting, maar verder dan dat kwam ze niet.

"Waar ben je?", vroeg Sofiya de Nederlander met zijn zware stem vragen.

"Op de universiteit. Ik zit in de kantine, om precies te zijn."

"Je bent uitgegeten."

Verbaasd keek ze neer op haar bord. Sofiya had nog maar een paar happen genomen van wat ze eerder had opgeschept. Zonder enige begroeting was de Dutchman het telefoongesprek begonnen en nu al bepaalde hij wanneer ze moest ophouden eten.

"Ken jij iemand die in het theater werkt?"

"Ik heb een vriendin die actrice wil worden. Ze heeft al een paar keer opgetreden."

"Ik bedoel iemand van theatertechniek."

"Eh, nee, maar zij vast wel."

"Gebruik haar om in contact te komen met een paar technici van het theater."

"Waarom wil je dat?"

"Jij wilt graag weten wat er allemaal voor nodig is om een theatervoorstelling te realiseren. Hoe maak je bijvoorbeeld een decor, dat bij het stuk past."

Ze knipperde een keer met haar ogen. "Wil ik dat?"

"Ja, omdat je mijn naam niet mag noemen en ik er volledig op vertrouw dat dit gesprek tussen ons blijft."

Nieuwsgierig legde ze de vork neer. "Waar gaat de voorstelling over?"

"Het stuk speelt zich af in een beperkte ruimte met een paar acteurs en een heleboel apparatuur om zich heen."

"Waar bel je eigenlijk vandaan?"

Sander keek om zich heen. Hij had besloten zijn hulp aan te bieden aan de haastig bij elkaar getrommelde mensen die de vliegtuigen van een nieuwe kleurenpatroon moesten voorzien. Ze hadden hem waarschijnlijk niet met het meest fijne werk opgezadeld, maar hij was niet van plan te klagen. "Ik bel vanuit de beperkte ruimte, maar dan zonder acteurs of apparatuur. Wij gaan er voor zorgen dat het er weer uit komt te zien alsof het in gebruik is."

Geïntrigeerd probeerde Sofiya zich voor te stellen waar de Dutchman zich bevond, maar ze had een te veel aan fantasie en de mogelijkheden leken eindeloos. "Is het een bunker?"

"Denk je dat ik bel om je er naar te laten raden?"

"Nee, maar ik heb ook het gevoel dat je me het niet uit je zelf gaat vertellen als ik het niet probeer."

Er klonk een gegrinnik. "Luister naar je instinct."

"Wat voor apparatuur?" Ze hoorde hem zuchten.

"Heb je voor mij het telefoonnummer van je vriendin?"

"Nee, wacht. Ik ga er zelf achteraan, maar hoe meer ik weet hoe beter ik je kan helpen."

Hij dacht er anders over. "Bedankt." Het was het enige dat ze hem nog hoorde zeggen voor de verbinding werd verbroken.

Hoofdschuddend legde ze de telefoon neer. Ze keek nog verscheidene seconden naar het bord voor ze opstond. Sofiya was nog altijd hongerig, maar ze had het gevoel dat het belangrijk was wat de Dutchman van haar wilde. Al had ze eerlijk gezegd geen enkel idee wat hij nu precies wilde horen van haar. Het was een mysterie en zij hield van puzzels.

"Heb je geen honger meer?"

"Ik moet aan het werk", verklaarde ze.

"Het was de Dutchman, hè?"

"Herkende je de beltoon?", vroeg Sofiya met een glimlach.

"Ook, maar ik zag je projectleider meteen naar zijn eigen telefoon grijpen. Volgens mij controleerde hij of iemand hem had gebeld."

De studente keek in de richting van de man en zag de projectleider meteen het hoofd draaien in een mislukte poging om te verbergen dat hij haar in het oog hield. Glimlachend nam ze afscheid van de andere studenten aan de tafel waar ze aan had gezeten. Tot haar verrassing ging haar telefoon opnieuw. De Dutchman belde zelden al zo snel terug. Ditmaal gaf hij haar wel de ruimte om als eerste iets te zeggen, maar begon daarna meteen te praten alsof het gesprek nooit was onderbroken.

"Je hebt gelijk. Kan jij voor mij iets bouwen dat lijkt op het interieur van een Russisch radarvliegtuig?"

Ze bleef vlak voor de deuropening staan. "Waarom?"

"Is dat een nee?"

"Nee, ik bedoel ja. Nee! Wat ik wil zeggen", vervolgde ze nu rustiger sprekend", is dat ik denk dat het mogelijk is. Alleen heb ik geen idee hoe… Wacht even." Ze zag dat er naar haar gekeken werd en rende de gang op om het gesprek op een veiligere locatie voort te zetten. "Hoe ziet een dergelijk vliegtuig er van binnen uit?", vroeg ze fluisterend.

"Gebruik het internet en je fantasie. Het mag van de werkelijkheid afwijken, maar het moet voor de Russen herkenbaar zijn. Maak er eerst maar wat tekeningen van."

"Wanneer wilt u deze schetsen hebben?"

"Gisteren. Ik vertrouw erop dat dit tussen ons blijft."

"Natuurlijk kan je daarvan op aan. Hallo?" Verbaasd keek ze naar de telefoon. De bijnaam van Sander was van het nu lege scherm verdwenen.

"Die man heeft altijd haast", mompelde ze hoofdschuddend.

 

15 februari, Kaliningrad

"Hij lachte me uit." Qiu was nog steeds verontwaardigd over de telefonische reactie van de Dutchman op de door haar geuite zorgen. De man tegen over haar schudde traag het hoofd.

"Ik betwijfel het. Hij is geen kind meer. Net zomin als jij." Het laatste had de man met enige spijt in zijn stem gezegd.

Qiu nam haar vader aandachtig in zich op. "Wat bedoel je met dat hij geen kind meer is?"

"Als je ouder wordt, dan pas ga je beseffen dat onderscheidingen en promoties van weinig betekenis zijn. Sander is eigenlijk nog te jong om het te horen weten, maar sommige mensen zijn ouder dan hun leeftijd zal doen vermoeden. Als deze oorlog is afgelopen dan dragen we alleen de littekens en vervagende herinneringen daaraan met ons mee."

"Hij lachte me dus niet uit?"

"Blijf uit zijn buurt."

"Waarom?"

"Jullie toekomst kan wel eens onverenigbaar zijn met dat van ons land."

Zwijgend keek ze hem aan. Ze wist dat vragen stellen geen zin zou hebben. Haar vader was bijzonder zwijgzaam over zijn taak. Al begon ze steeds meer te twijfelen of ze hier alleen was om het dekmantel van een vakantievierende weduwnaar en zijn dochter geloofwaardig te maken.

"Je hebt ook een man en een kind thuis."

Boos keek ze hem aan. Het was iets waar hij haar niet aan hoefde te herinneren. Dagelijks moest ze aan degenen denken, die ze voor haar werk had achtergelaten. "We moeten de majoor-generaal inlichten."

"Ik kan wel raden wat zijn reactie zal zijn als jij je vermoedens hardop uitspreekt."

"Bemoei je met je eigen zaken", mompelde Qiu met een zucht.

De samenwerking met de Kaliningraders verliep niet zo soepel als wel gewenst was. Ze baseerde dit op haar eigen ervaringen en wat haar vader bereid was te vertellen.

"Het is een goed advies", bevestigde de generaal. Het leverde hem een woedende blik van zijn dochter op waarin de ogen fonkelden.

"Ik weet dat hij buiten de majoor-generaal en zijn staf om verscheidene mensen van verschillende afdelingen bij het Nationaal luchtverdedigingscommando heeft benaderd met allerlei vragen."

"Wat voor vragen?"

"Vreemde vragen, volgens de geruchten..."

"Ik houd me slechts met de feiten bezig en dat zou jij ook moeten doen."

"Als hij met de Antonovs uit Polen mag vertrekken, dan gaat hij iets stoms doen."

"Heeft Sander dit gezegd?"

"Niet met zoveel woorden", krabbelde Qiu terug, "maar hij is iets van plan."

Na deze bewering draaide ze zich om en de generaal keek haar peinzend aan. De vreemde vragen van de Dutchman waren hem bekend. De soms onnavolgbare logica van de Nederlander had kort voor zijn vertrek naar Polen nog tot een hilarisch incident geleid. De generaal moest er weer om grinniken, nu hij eraan terug dacht. De Dutchman had onder de lagere rangen in het hoofdkwartier geïnformeerd wie er over een zwemdiploma beschikte. Diegenen die het gretig hadden bevestigd konden even later zijn auto gaan wassen. Toen er later iemand de Dutchman naar de reden vroeg, had hij eenvoudig geantwoord: "Zij zijn niet bang voor water." Een redenatie die, ondanks zijn stompzinnigheid, niemand in staat was te weerleggen.

"Misschien heeft ze gelijk", mompelde hij zacht.

Qiu ging zowel op haar werk als in haar privé-leven vaker op haar gevoel af dan op informatie en meestal kreeg ze gelijk. In sommige opzichten was ze net haar moeder. Het was ook de reden waarom hij haar had mee genomen. Als hij faalde, dan was hij nergens op deze planeet veilig meer voor het ministerie van staatsveiligheid van de Volksrepubliek China. Niet dat hij zich hier bijzonder veel zorgen om maakte. Hij was oud en sinds het overlijden van zijn vrouw was het huis waarin ze hadden gewoond geen thuis meer voor hem. De generaal wilde echter in het geval van het ergste scenario de toekomst van zijn enigst kind hiervoor behoeden. Het was een last, die hij niet bereid was met haar te delen. Overtuigd dat ze in dit geval nooit haar man en kind bewust zou hebben achtergelaten, terwijl hij hier wel toe bereid was geweest.

 

Rzeszów-Jasionka vliegveld, Polen

Een Antonov An-71 was de hangar uit gereden. De fotograaf stond in de schaduw van een vliegtuig en toonde de gemaakte opnamen aan de naast hem staande journaliste. Hij zag haar vanuit zijn ooghoek bij een aantal foto's goedkeurend knikken, maar door een pruillip te trekken, keurde Svetlana anderen kritisch af. Ze klopte hem na het zien van de laatste gemaakte foto tenslotte goedkeurend op een schouder. Uiteindelijk toch tevreden over hoe de geïmproviseerde fotosessie was verlopen, liep ze richting de hangar. Schilders waren nog altijd bezig met het andere toestel. Een telefoontje midden in de nacht had haar naar Polen gevoerd. Het voorstel van de Dutchman om naar het vliegveld af te reizen had ze gretig aangenomen. Al had de fotograaf zich tegenover haar beklaagd over het idiote tijdstip. Waarschijnlijk was de man hier toe aangespoord door zijn vrouw. Het was haar opgevallen dat hij tegenover de Nederlander opmerkelijk rustig en zelfs bijzonder gedienstig was geweest. Er was geen enkele klacht over zijn lippen gekomen.

Naast het vliegtuig stond een groepje mannen en vrouwen te praten. Opportunistisch had de Dutchman gebruik gemaakt van toevallig op het vliegveld aanwezig personeel van KD Avia. Dat het tot vertraging leidde van de voor vertrek gereedstaande Boeing 737 leek hem opmerkelijk weinig te kunnen deren. Hij stelde zijn eigen prioriteiten en daar moest de vliegtuigmaatschappij nu onder lijden. De journaliste kwam bij het groepje staan en de gevallen stilte viel haar onmiddellijk op. Haar aanwezigheid had de piloten, stewards en stewardessen onmiddellijk het praten doen vergaan. Svetlana was dan ook opgelucht toen de Dutchman verscheen. Hij scheen in een goede stemming te zijn. Het had iets aanstekelijks om de brede grijns op zijn gelaat te zien.

"Bedankt voor jullie bijdrage en een hele saaie vlucht", wenste hij hen allen toe.

Een steward met een ernstig gezicht begon eveneens te grijnzen, omdat hij besefte hoe heerlijk een eentonig verlopende vlucht kon zijn. Vooral als het alternatief een aanval van een MiG of Sukhoi op een ongewapend passagiersvliegtuig kon zijn.

Sander schudde elk van hen de hand en het paar stewardessen werd nog verrast met elk drie kussen op de wang. Een Nederlandse gewoonte dat de Kaliningraders overrompelde, maar de jonge vrouwen bleven ondanks dat glimlachen.

"Euhumn."

De Dutchman wendde zich naar de journaliste.

"Mogen we nog foto's maken van de apparatuur aan boord?" Voor ze geheel was uitgepraat zag Svetlana hem al het hoofd schudden.

"Vanwege de nationale veiligheid mag ik daar geen toestemming voor geven."

Ze incasseerde de afwijzing met een glimlach. "Wanneer vertrek je?"

Hij maakte een beweging met zijn hoofd om haar te volgen. Op enige afstand van het groepje bleef hij staan.

"Zorg dat jij telefonisch bereikbaar bent. Ik bel je nog."

"Dat is het?"

"Voor het moment wel."

"Ik dacht dat je vandaag zou vertrekken?"

Hij keek haar fronsend aan. "Hoe kan jij onze aankomst in Kaliningrad dan vastleggen voor het nageslacht?"

Haar ogen begonnen te stralen. Het verzekerde haar van een primeur. "Op welk vliegveld?"

Hij begon te grijnzen. Het was de reactie waar hij op had gehoopt. "Je hoort nog van me."

Knabbelend op haar onderlip keek ze hem na, voor ze zich met een glimlach naar de achtergebleven piloot en co-piloot wendde. Ze liet op hen af lopend een hand door haar krullende haar glijden. Tot haar tevredenheid merkte de journaliste dat ze de volledige aandacht van beide mannen had.

"Hoe laat komen jullie op vliegbasis Chernyakhovsk aan?", informeerde ze.

Tot haar frustratie mislukte de gok. Blijkbaar nam de Dutchman geen enkel risico en hield hij zowel het tijdstip, de datum van vertrek als de bestemming voor iedereen geheim.

 

17 februari, 790e commando- en controlecentrale

De majoor smakte een keer met zijn lippen. Hij had met een laatste slok het glas geleegd. De generaal had zijn gezelschap tijdens de lunch op prijs gesteld en de Kaliningrader had daar zonder een seconde over na te hoeven denken mee ingestemd. "Ik ben blij dat hij alleen de Polen dit keer op de zenuwen werkt."

Borya hoefde niet te vragen over wie de officier het had. Grinnikend keek hij de man aan. "Het is alleen jammer dat hij de beschikking over een telefoon heeft."

De stafofficier beaamde het van harte. Hij had zelf ondervonden hoe het was om de Dutchman aan de lijn te krijgen. Het benauwde hem zelfs weer als hij er aan terug dacht. De Nederlander had hem allerlei vragen gesteld en slechts op een aantal ervan had hij het antwoord geweten. Daarna had de Dutchman de verbinding verbroken. Zelfs geen eenvoudig dankjewel voor de gekregen antwoorden was er aan te pas gekomen. Het was anderen ook overkomen. Steeds als de Nederlander op een probleem stuitte waar hij zelf geen raad mee wist of gewoon om een opinie van een ander te horen maakte hij gebruik van de GSM. Het was voor de opgebelde mensen ook moeilijk om er een duidelijke lijn in te ontdekken, omdat de onderwerpen soms ver uiteen konden liggen. De vele vragen hadden daardoor in de wandelgangen wel tot geruchten geleid, die steeds fantasierijkere vormen begonnen aan te nemen.

"Sander voor u op lijn twee, meneer", meldde de secretaresse van de majoor-generaal. De intercom vervormde de vrouwelijke stem licht.

"Als je het over de duivel hebt...", mompelde de stafofficier en liet zijn stem weg sterven.

Borya nam glimlachend de hoorn van de haak.

De stafofficier schrok toen hij zijn meerdere zo plotseling overeind zag komen dat de stoel waarop de majoor-generaal had gezeten achterover viel. Een vork kletterde op de vloer.

"Wat is er, meneer?"

Geschrokken wierp de secretaresse een blik naar achteren, alsof ze dwars door de gesloten deur en stenen muur heen kon kijken. Onzeker wat er van haar werd verwacht na het horen van de schreeuw kwam ze achter haar bureau overeind, maar verzette geen stap.

"Waag het niet om op te hangen. Dutchman? Dutchman!" Verbijsterd staarde Borya nog enkele tellen naar de hoorn in zijn hand, voor het leven in het lichaam van de majoor-generaal terug keerde. "Stuur elk vliegtuig dat we hebben de lucht in. Waarschuw de vliegvelden Khrabrovo en Chernyakhovsk. Hij komt er aan."

De stafofficier haastte zich naar buiten. Opgejaagd door de haast die hij in de stem van zijn meerdere had vernomen.

"Komen de Russen?", vroeg de secretaresse met een angstig voorgevoel. Ook zonder gebruik te maken van de intercom kon ze de majoor-generaal orders horen schreeuwen. Het isolatiemateriaal in de muren bleek onvoldoende te zijn om het geschreeuw te dempen.

"Het is nog veel erger dan dat."

Het cryptische antwoord van de stafofficier nam de knoop in haar maag niet weg. Ze liet zich weer op de stoel zakken. De majoor-generaal had zich zelf inmiddels al weer onder controle. Ze kon hem niet langer horen brullen. Voorzichtig pakte ze de telefoon en legde de hand op de microfoon om te kunnen horen met wie Borya praatte en wat er werd gezegd.

Het Nationaal luchtverdedigingcommando was spoedig in rep en roer. Eenheden van de grond gebonden luchtverdediging kregen de merkwaardigste order sinds de oorlog was uitgebroken. Er mocht tot nader order geen enkel schot meer worden gelost of raket gelanceerd. Wie de generaal durfde tegen te spreken kreeg daarvoor een doodsbedreiging terug. Het klonk voor elke toehoorder serieus genoeg om verder te zwijgen. Heel voorzichtig legde de bleek geworden secretaresse de hoorn op de haak.

 

Shenyang J-11B jager

Een verwarrende stroom van orders en tegenorders hadden de cockpit van Leonty bereikt. Wat de Kaliningrader vrijwel meteen deed beseffen dat de Chinese AEW&C in dit geval uitkomst zou hebben geboden. Alleen kon het vliegtuig jammer genoeg geen hele dag in de lucht blijven. Aan de saaie patrouille was in ieder geval een einde gekomen en onmiddellijk na de eerste binnen gekomen bevelen was de kleine formatie waarover hij het bevel voerde van koers veranderd. De beide piloten activeerden de radarapparatuur en voerden de laatste controles uit. De stip in de verte was al enige tijd op radar zichtbaar en de jachtpiloten lagen op onderscheppingkoers. Tot zover Leonty via de radio had vernomen waren een duo vliegtuigen de grens met Polen gepasseerd en hadden zich vervolgens opgesplitst. Hij had opdracht gekregen zich te concentreren op het meest noordelijke toestel. De transponder ervan had al enige informatie aan de jachtpiloot prijs gegeven, maar bezorgde Leonty al snel de volgende verrassing voor vandaag.

"Dat is geen Boeing 737", mompelde hij verbaast.

"Ze hebben vast geknoeid met de transponder", raadde zijn Oekraïense vleugelman. Vaart minderend om tijd te winnen, naderden de jachtpiloten frontaal wat volgens de ontvangen informatie een ongewapend passagiersvliegtuig moest zijn. Het toestel had wel net als een Boeing 737 twee motoren. De vliegmachine handhaafde koers en snelheid en dat vergemakkelijkte de taak van de jachtpiloten aanzienlijk.

"Het is een Cheburashka."

Het achterhalen van het naderende type vliegtuig, verschafte de jachtpiloten echter nog geen informatie over de identiteit ervan.

"Ze seinen", hoorde Leonty zijn vleugelman zeggen en rolde met zijn ogen. Hij had de lichtsignalen ook gezien en ontcijferde enigszins moeizaam het in morse verstuurde bericht.

"Bewaar een veilige afstand. Ik ga eens van dichtbij een kijkje nemen."

Leonty verhoogde de snelheid en passeerde het vliegtuig aan stuurboord in tegengestelde richting. Hij zag dat er vanuit de cockpit naar hem gezwaaid werd. De kenmerkende kleuren van KD Avia waren op de romp van het vliegtuig aangebracht, maar met één opmerkelijk verschil en dat waren de ontbrekende letters KD op de romp en de in twee kleuren uitgevoerde rotodome op het naar voren wijzende staartvlak. De onderste helft was grotendeels wit, maar de rest was blauw. Meer details kon hij op het gepasseerde vliegtuig niet onderscheiden en maakte achter de Antonov An-71 een scherpe draai voor hij begon te klimmen. Zijn bevindingen delend met iedereen die mee luisterde en dat waren er velen. Het hele regiment was tot verbazing van de Kaliningrader in opdracht van het hoofdkwartier de lucht in gestuurd. Bijna alle vliegtuigen waren naar hen onderweg.

Leonty keek op de rotodome van de Antonov An-71 neer. Hier waren de tot zover ontbrekende gele letters KD op een blauwe achtergrond aangebracht.

"Volgens mij zijn ze wie ze verklaren te zijn", eindigde de piloot zijn rapportage.

Leonty daalde tot hij evenwijdig vloog aan het tot zover hij kon zien ongewapende vliegtuig en beantwoordde de groet van de zwaaiende piloot met een militair saluut. De problemen waren echter pas begonnen voor de jachtpiloten. De bemanning van de Antonov maakte kenbaar naar Khrabrovo vliegveld te willen vliegen. Niets en niemand leek hen op andere gedachten te kunnen brengen. De piloot handelde op bevel van iemand in de cockpit. Zover was Leonty wel duidelijk geworden. Wie hem daarvoor ook opdracht gaf, deze persoon had blijkbaar meer overwicht dan de generaal. De verschijning van steeds meer om hen heen cirkelende gevechtsvliegtuigen maakte blijkbaar ook geen enkele indruk op hem.

 

Beriev A-50 AWACS

Ook de Russen waren op de hoogte van de komst van de Antonov An-71. Al vanaf het moment dat de toestellen zich nog op de taxibaan op het Poolse vliegveld bevonden. Vliegtuigspotters van verschillende nationaliteiten waren zelfs speciaal naar Polen afgereisd om de toestellen voor misschien wel een laatste maal te kunnen bewonderen. Al hadden de Russen geheel andere redenen om zich voor de vliegtuigen te interesseren. Tot verwondering van de bevelvoerende luitenant-generaal bevond één van de toestellen zich al bijna boven de hoofdstad Kaliningrad. De Kaliningraders namen in zijn ogen een onzinnig risico. Het bracht de generaal aan het twijfelen. Misschien was het gevaar voor de Kaliningraders wel minder groot dan hij eerst had ingeschat. Egor had aandachtig de rapporten van de militaire inlichtingendienst gelezen, maar de onverwachtse verschijning van zoveel vijandelijke jagers boven de Republiek Kaliningrad kon gewoon geen toeval zijn. Het waren er bovendien meer dan hij voor mogelijk had gehouden. Verscheidene Russische jachtpiloten hadden tijdens na elke vlucht plaats vindende briefing verklaard vijandelijke vliegtuigen te hebben neer gehaald. Soms waren er ook beelden van op camera vastgelegd, maar dat was niet altijd het geval. Woordvoerders van de Republiek Kaliningrad hadden op persconferenties deze verliezen ontkend noch toegegeven. Ze verklaarden simpelweg dat KD Avia nog altijd in staat was haar vastgelegde afspraken in het contract met de overgangsregering na te komen. Meer was er niet aan toe te voegen. De op televisie door president Frademev uitgedeelde onderscheidingen getuigden voor de militairen nu van een misplaatste symboliek. Het 149e squadron van het 689e luchtregiment leek maar weinig te hebben geleden onder de luchtoorlog. Wat de radar van de A-50 waarnam sprak de eerdere geuitte beweringen van de Russische jachtpiloten zelfs volledig tegen.

Net als de al eerder door de luitenant-generaal gehoorde beweringen, dat de Kaliningraders inmiddels door hun voorraad grond-luchtraketten moesten zijn. Steeds opnieuw leverde de vijand bewijzen voor het tegendeel hiervan.

"Wat als de Antonov wel over een radar beschikt?"

"U denkt dat de GRU het mis heeft, meneer?"

De verbazing in de stem van de lager in rang zijnde officier kon Egor onmogelijk ontgaan. De generaal keek naar de rij monitors en de operators er achter. Zoekend naar een goed geformuleerd antwoord op deze vraag. Het was immers altijd mogelijk dat iemand zijn woorden aan de militaire inlichtingendienst zou doorgeven. Er waren al meer hoge officieren gedwongen de strijdkrachten abrupt te verlaten, nadat ze in de ogen van de politici in Moskou hadden gefaald. "Denk toch eens na. Het laatste rapport dateert van de dag waarop deze vliegtuigen de Oekraïne verlieten. Ze hebben dagenlang in een afgesloten hangar in Polen gestaan en dat land is lid van de NAVO." De generaal haalde diep adem. Hij stond voor een moeilijke beslissing. "Waar bevinden onze bommenwerpers zich?"

"Ter hoogte van Letland, meneer."

"Blaas de aanval af. Ze weten dat we komen."

"Ze zijn hier nog maar een paar minuten van vandaan, meneer."

"Een paar minuten van een complete catastrofe vandaan, ja. Ik heb je een bevel gegeven."

"Ja, meneer."

Onopgemerkt door de Kaliningraders veranderde een grote formatie gevechtsvliegtuigen boven de Oostzee van koers, om naar de verschillende bases terug te keren. Deze merkwaardige actie leidde binnen de NAVO en neutrale landen aan de Oostzee tot de nodige speculaties over de Russische motieven. Welke op indirecte wijze later ook bij de Kaliningraders terecht kwamen, maar zij zwegen er in alle talen over. De weersomstandigheden waren misschien niet optimaal voor de Russen, maar dat zou in geen geval iets hebben moeten uitmaken voor de Su-34 jachtbommenwerpers. Er waren echter genoeg andere, plausibele redenen hiervoor te bedenken, waarvan sommigen heel verontrustend waren. Natuurlijk maakten de welwillende Kaliningraders hier gebruik van door via de media hier ook een bijdrage aan te leveren. Zelfs zinspelend op het patriottisme van de Russen, om niet tegen hun bloedbroeders in het westen te willen vechten.

 

Antonov An-71 registratienummer 780151

Het oude centrum van de stad was niet meer zo dicht gebouwd, zoals in vroegere tijden wel het geval was geweest. De binnenstad had na de zware bombardementen van de RAF en beschietingen van het Rode leger plaats gemaakt voor parken en brede straten. Iets waar de Dutchman van was gaan houden. Het was allemaal zo anders dan hij in Amsterdam was gewend. Hij had er al menig uur doorgebracht. Misschien omdat hij er ook met andere ogen naar keek dan de plaatselijke bewoners. Het was hoe dan ook vanuit de lucht een adembenemend gezicht. Minder te spreken was de Dutchman over het Huis van de Sovjets. Het beeldbepalende gebouw, waarvan de bouw in de jaren zeventig van de vorige eeuw was begonnen zonder deze daadwerkelijk af te ronden, stond nog altijd leeg.

Het centrale plein Plosjtsjad Pobedy, dat zich niet in het oude centrum bevond, maar anderhalve kilometer ter noordwesten van wat zich tot het huidige stadscentrum had ontwikkeld. Hier bevond zich een menigte met zwaaiende vlaggen en spandoeken. Voor het aan het plein grenzende stadsbestuur stonden eenheden van de politie opgesteld. Wachtend op instructies om de demonstratie neer te slaan en de betogers uiteen te drijven. Gade geslagen door journalisten, cameramensen en fotografen om het verwachte geweld vast te leggen. Allen keken op en zagen de Antonov op lage hoogte over hen heen komen vliegen. Tientallen fototoestellen en camera's werden omhoog gericht.

De grijsgroene ogen van Sander namen deze mensenmassa met desinteresse op. "Hoe lang nog voor we geland zijn?" Hij knikte een keer, nadat hij het antwoord van de gespannen piloot vernam. Er werden geen grapjes meer gemaakt. Khrabrovo was een internationaal vliegveld, maar de deels militaire functie had ook de ongewenste aandacht van de Russische luchtmacht getrokken. Het werd in de meeste gevallen dan ook terecht gemeden door de civiele luchtvloot van KD Avia.

"Ik ben over een paar minuten terug." Sander begaf zich naar het vrachtruim, waar zich de lege kasten van de werkstations bevonden. Hier hadden ook zes operators aan het werk moeten zijn, maar hij betwijfelde of het er ooit van zou komen. Zwijgend sloot hij de ogen om zijn andere zintuigen te gebruiken. Het gebrul van de motoren en trillingen van het toestel deden hem glimlachen. Hij opende zijn ogen weer en bekeek zich zelf. Een paar denkbeeldige stofjes veegde hij weg. Het was belangrijk om er netjes uit te zien als hij het vliegtuig verliet. Vele ogen zouden op hem gericht zijn. Ook de vliegers hadden herhaaldelijk naar hem gekeken, terwijl de instructies binnen kwamen om van koers te veranderen. De ogen hadden gezocht naar sporen van twijfel en angst. Sander kon slechts hopen dat hij deze goed voor hen verborgen had weten te houden. De drang was sterk om net als de andere Antonov naar Chernyakhovsk te vliegen. Zover waagden de Russen zich zelden. De journaliste verwachtte hem echter op Khrabrovo en hij was iemand die zijn afspraken na kwam. Altijd. De Russen mochten wat hem betrof weten dat de Republiek Kaliningrad zijn vliegtuigen, ondanks alle problemen, toch had ontvangen. Na een paar keer diep adem te hebben gehaald keerde hij naar de cockpit terug, waar de verkeersleiding nog een laatste poging waagde om de piloot op andere gedachten te brengen. De man zag de Dutchman vanuit zijn ooghoek. De co-piloot knikte hem bemoedigend toe, maar tot zijn teleurstelling deinsde de piloot op het laatste moment er voor terug om tegen de orders van de Nederlander in te gaan. De bestemming bleef ongewijzigd.

Khrabrovo vliegveld

Voor de cameraman was het bepaald geen pretje om tijdens deze koude te werken. De open vlakte bood hem geen enkele bescherming tegen de wind. De bediening van de camera ging nog het beste zonder gebruik van handschoenen. Regelmatig balde de man zijn handen afwisselend om ze weer op temperatuur te krijgen en zijn werk te kunnen doen. De cameraman zag de in stukken gebroken en gedeeltelijk uitgebrande romp van een Tupolev 234A, voor de nu tot stilstand gekomen Antonov An-71 hem het zicht op het tweemotorige toestel ontnam. Hij zoomde uit om de gehele AWACS in beeld te krijgen, met op de achtergrond het tijdens een eerder bombardement vernielde passagiersvliegtuig.

"Daar heb je de Dutchman", riep Svetlana opgetogen.

Zwaaiend met haar perskaart had ze getracht om bij het vliegtuig te komen, maar het was inmiddels omringd door zwaar bewapende militairen en deze hielden alle mensen op afstand. Svetlana begon opnieuw te zwaaien en zag hem enkele seconden stil staan in de deuropening, voor hij met een kleine sprong op de betonnen landingsbaan belandde. Overtuigd dat hij haar had gezien, draaide de vrouw zich om naar de cameraman. Ze wierp de uitgetrokken jas op de grond. Voor de zekerheid gaf ze er nog een trap tegen om het uit het zicht van de camera te laten verdwijnen.

"Ben je er klaar voor?"

De cameraman stak een duim in de lucht en telde hardop af. Na het laatste cijfer nam de journaliste het woord. De koude wind op het vliegveld moest door haar mantelpakje snijden, maar het leek haar niet te deren. Een wellustige grijns verscheen op het gezicht van de man, omdat het nu wel heel verleidelijk was om op haar blouse in te zoomen. Hij concentreerde zich weer met enige moeite op haar stem.

"...Op het internationale vliegveld Khrabrovo, waar zojuist een Antonov An-71 is geland."

Ze wees naar het vliegtuig achter haar en zag hoe een militair iets aan de Nederlander overhandigde. Vlakbij stopte een auto. Ze begon te vrezen dat er geen gelegenheid kwam om een woord met elkaar uit te wisselen.

"We zien hier Sander Sol uitstappen. De aanwezigheid van de naaste medewerker van de commandant van het Nationaal luchtverdedigingcommando bevestigd het belang dat niet alleen door de vliegtuigmaatschappij KD Avia aan dit type vliegtuig wordt gehecht."

Tot haar frustratie stapte hij inderdaad in. De militairen renden na het vertrek van de wagen ook weg en de nog steeds draaiende motoren van de Antonov An-71 begonnen te brullen. Het vliegtuig kwam langzaam in beweging en eenmaal op de startbaan aangekomen begon het steeds sneller te rijden. Een kleine minuut later steeg het vliegtuig op.

"De bemanning verkiest het wijde luchtruim boven de kwetsbaarheid op de grond." De Tupolev kwam weer in beeld. "De eerdere verliezen van KD Avia zijn in alle gevallen te wijten aan de Russische luchtmacht, waarbij helaas ook de nodige civiele slachtoffers waren te betreuren."

De jonge vrouw zag de camera weer haar kant opdraaien. Deze man verstond zijn werk.

"Dit was Svetlana voor RFE/RL."

De cameraman stak opnieuw zijn duim in de lucht. Alles stond er op en zou spoedig op de website van Radio Free Europe / Radio Liberty te zien zijn. Hij liet de camera zakken en knipperde verrast met zijn ogen, nadat hij de journaliste hoorde vloeken. Ze was bezig een dik gevoerde jas over haar kleding aan te trekken. Ze was niet alleen kwaad op het weer, maar ook op de Dutchman. Een interview met de Nederlander zou de kroon op haar nieuwsbericht hebben betekend. Nu moest ze met minder genoegen nemen.

 

790e commando- en controlecentrale

Zes stappen heen en zes stappen terug. Sander had opgehouden met tellen hoeveel malen hij de majoor-generaal al voor het bureau op en neer had zien lopen. In zijn gedachten was Borya de eerste kilometer al ruimschoots gepasseerd en in dit tempo werd zelfs een marathon mogelijk. Waar Sander nog het meest van onder de indruk geraakte, was de vrijwel onophoudelijke stroom woorden, die over de lippen van zijn meerdere kwam. Slechts een enkele maal had de man een kort moment gezwegen. Net lang genoeg om een arm uit te strekken naar het glas water op het bureau en er een grote slok van te nemen. Iedereen die zolang achter elkaar praatte zou er een droge mond van hebben gekregen. Om vervolgens weer na het terug zetten van het glas met onverminderd volume verder te gaan schreeuwen. Het koste Sander de nodige moeite om de over hem heen gestorte tirade goed te kunnen volgen, maar hij had niet de moed om Borya te vragen wat rustiger te praten. Het koste hem zelfs steeds meer moeite om geconcentreerd te blijven. Plotseling drong het tot hem door dat er een stilte was gevallen.

"Ik vroeg wat je hier op te zeggen had?", herhaalde Borya op venijnige toon.

"Waar is Nadenka?"

De ogen van Borya leken er bijna uit te vallen. De verbijstering van de majoor-generaal was compleet. "Heb je soms geen enkel woord verstaan van wat ik allemaal heb gezegd?"

Twijfelend tussen het beantwoorden van de vraag of informeren naar wat hem echt bezig hield keek Sander naar de officier op. "Waarom heeft Nadenka me niet van het vliegveld opgehaald?"

Hoofdschuddend nam de majoor-generaal plaats achter zijn bureau en liet het hoofd in zijn handen rusten. Sander wierp een blik op de klok aan de wand. Aarzelend over wat hij nu moest doen, maar de majoor-generaal had zich weer opgericht.

"Ze ligt in het ziekenhuis", zei Borya voor zijn doen ongewoon zacht.

"Waarom weet ik hier niets van?"

"Jij laat mensen aan de telefoon nooit uitpraten, of je hangt zelfs tijdens een gesprek gewoon op." De majoor-generaal voelde zijn woede weer toenemen, maar de Nederlander zag er echt bezorgd uit. "Ik mocht niets van haar zeggen", bracht Borya er tenslotte op nauwelijks beheerste toon uit. "Ze maakte zich zorgen om jou."

"Het was toch maar een verkoudheid?"

"Ze heeft griep gekregen. Als ze gezond was geweest...", zei de majoor-generaal. Onbeholpen haalde hij zijn schouders op.

Sander knikte begrijpend. Het aangetaste immuunsysteem van Nadenka had de vrouw kwetsbaar gemaakt. Ouderen behoorden normaal tot de risicogroep, als er tijdens de koudere maanden van het jaar een griepepidemie uitbrak.

"Waar ga je naar toe? Je kan nou niet weglopen. Ik was nog niet klaar met jou." De dicht klappende deur bewees het tegendeel. "Zelfs ruzie met hem maken is onmogelijk", mompelde de majoor-generaal met een zekere berusting. Hij hoorde iemand op de deur kloppen. "Binnen." Een nauwelijks hoorbaar gekreun ontsnapte uit de mond van de generaal, zodra hij de majoor herkende. Deze had voorzichtig het hoofd voorbij de deur gestoken. "Laat hem begaan", zei Borya slechts. Het hoofd van de majoor verdween weer.

'