hoofdstuk 6

a

licht vrachtschip Tormen

In een opmerkelijk goed humeur arriveerde Wick op de brug. Waar hij op geheel verschillende wijze werd ontvangen door de aanwezige mensen. Luitenant Stijn negeerde hem volkomen, maar daar stond tegenover de hartelijke begroeting van luitenant Veerle.

"Goed uitgerust?", informeerde ze.

"Ik betwijfel het", antwoordde luitenant Stijn op norse toon voor de shuttlepiloot.

Verbaast keek luitenant Veerle van Wick naar haar collega en weer terug.

"Het is een klein schip", vulde Rosalinda schouderophalend aan. Haar aanwezigheid op de brug kwam door het enthousiasme van haar zeven jaar jongere zus. Het had haar voldoende geïnspireerd om bij de marineofficieren kenbaar te maken een functie op de brug te ambiëren. Wat ze allemaal op school had geleerd bleek tot haar teleurstelling aan boord van weinig of geen waarde te zijn geweest. Haar moeder met alleen een diploma voor de lagere school had tot nu toe een nuttigere bijdrage kunnen leveren dan zij.

Geamuseerd merkte Wick de toegenomen verwarring bij luitenant Veerle op. Na enige aarzeling liep de jonge vrouw naar de geordende tafel.

"Luitenant Diana heeft voor de bemanning een schema gemaakt om het schip de klok rond te kunnen bedienen. Wil je het zien?"

Ze had een aanstekelijke gedrevenheid die Wick nieuwsgierig genoeg maakte om dichterbij te komen.

"Wij worden over ruim vier uur afgelost door luitenant Reitze en Marlieke. Hier staat jouw naam."

"Net als bij de koloniale marine, nietwaar?"

"Het is onacceptabel voor de veiligheid van het schip om het schip nauwelijks bemand achter te laten. In een noodsituatie is snel handelen een kwestie van overleven."

Hij begreep de noodzaak daarvoor, maar vroeg zich tegelijk af of deze planmatige aanpak voldoende zou zijn om een lange reis te volbrengen.

"Hebben we al een bestemming?"

"Nog niet", verklaarde luitenant Veerle met een spijtig gezicht.

"Misschien kan ik daarbij helpen."

De aanwezigen draaiden zich om bij het horen van de stem. In de deuropening stond een jonge vrouw met iets tegen haar borst gedrukt.

"Mijn moeder was alleen bereid me te laten vertrekken als ik dit meenam." Ze hield nu iets voor zich dat ze herkenden als een boek. Het zag er met de versleten kaft oud uit. "Ik neem aan dat jullie wel eens van Kobol gehoord hebben?"

"Luitenant Diana bepaald onze bestemming", kwam luitenant Stijn tussenbeide.

"Luitenant Diana is hier momenteel niet en ik ben bereid te luisteren naar alles wat ze ons te vertellen heeft. Rapporteer dat maar aan luitenant Diana. We laten ons niet door jullie commanderen als een stelletje rekruten. We hebben naast plichten ook rechten en jij bent niet diegene die ze mij gaat afnemen. Heb je dat begrepen?"

De kille toon had een ontnuchterend effect op iedereen. Geschrokken keek Rosalinda toe en vergat op slag waar ze mee bezig was. Luitenant Veerle was zelfs in de houding gaan staan. De shuttlepiloot verliet zonder enige haast te vertonen de brug met Adanya, die haar boek opnieuw stevig omarmde, in zijn kielzog.

 

Peinzend liep luitenant Diana om de operatietafel heen. Het was stil in de ziekenboeg. De opgelopen letsels van de patiënten waren zo gering van aard dat de professor beide vrouwen had weggestuurd. Het gaf Loyd de benodigde tijd om zich volledig te kunnen concentreren op de vondst aan boord van de zware raider.

"Het leefde?"

De professor knikte. Hij had het de marineofficier al eerder horen vragen. Op de tafel voor hem lagen de uit de zware raider verwijderde resten, die voor een brein konden doorgaan.

"Tijdens de botsing moet het ernstige hersenbeschadiging hebben opgelopen en zeer snel daarna zijn overleden. Al heb ik eerlijk gezegd weinig verstand van Cylon anatomie om het met zekerheid te kunnen zeggen dat het ook in de volgorde gebeurd is, zoals ik vermoed."

"Het leefde."

"Ik weet dat het moeilijk te bevatten is."

"En de centurions?"

De professor schudde het hoofd. Luitenant Diana had bij het opengaan van de toegangsdeur geen enkel schot te hoeven lossen. Lisha had volgens eigen zeggen na de botsing een machinegeweer aan de centurions weten te ontfutselen waarmee ze de bewakers letterlijk aan stukken had geschoten.

"Het viertal is volkomen mechanisch. In plaats van bloed door de aderen stroomt er bij de robots olie door de leidingen."

Bevreemd vanwege dit feit keek luitenant 1 de man aan.

"Ik heb op school en later ook de academie van experimenten door de Cylons op levende mensen gehoord. Het gebeurde tijdens de eerste oorlog. Er zijn sindsdien veertig jaren verstreken. Een lange tijd."

"Ik heb op de universiteit wel eens over deze experimenten met mijn studenten gediscussieerd."

"En?", vroeg luitenant 1 ongeduldig toen het vervolgens stil bleef.

"De meerderheid van de klas dacht dat de Cylons op mensen wilden lijken."

Ze keek weer neer op wat daar op de tafel lag.

"Blijkbaar is ze dat niet gelukt."

"Het lijkt mij kortzichtig om deze conclusie te trekken op basis van wat we hier zien liggen."

"Wat we hier zien is al genoeg om mij een nachtmerrie te bezorgen, professor. Als er ook nog menselijke Cylons blijken rond te lopen dan zal ik helemaal geen oog meer dicht kunnen doen omdat ik dan op dit moment met een toaster zou kunnen praten."

De man zweeg. Hij had er niets aan toe te voegen waarmee hij de paranoia van de luitenant kon weerleggen. De creatie van leven door de Cylons in wat voor vorm dan ook bekoorde hem enorm, maar hij betwijfelde ernstig of deze officier deze fascinatie met hem deelde.

 

Op een andere locatie aan boord van het vrachtschip Tormen slenterde Wick rond. Hij had de zware raider in de hangar bezocht om na te denken over wat Adanya hem had verteld. Om een nieuwe toekomst op Kobol op te kunnen bouwen moesten ze deze planeet wel eerst weten te vinden. De uitgestrektheid van het universum maakte dat een uitdaging van formaat.

"Een cubit voor je gedachten."

Hij keek op en zag luitenant Diana staan. Hij had wel een idee waarvoor de vrouw hem kwam opzoeken.

"Is dit een vriendschapsbezoek of heeft het met luitenant Stijn te maken?"

"Het tweede. Het eerste laat ik aan Patricia over."

Hij begon te lachen. Je kon werkelijk niets aan boord geheim houden als jij zelf niet de enige was die er van wist. Hij betwijfelde bovendien of het zich nog eens zou herhalen. Patricia was evenmin als hij uit geweest op een relatie.

"Ze heeft me geholpen ontspannen."

"Ja, vast", zei Diana en keek om zich heen. Ze zag niemand meeluisteren. "Moet ik me zorgen gaan maken over jou en Stijn?"

"Heb jij geen belangrijkere zorgen aan je hoofd?"

"Ook, maar ik vrees dat dit nog eens totaal uit de hand zal gaan lopen."

"Ik heb daar wel een oplossing voor."

"Ik sta open voor elke oplossing behalve als het voor iemand een ruimtewandeling zonder beschermende uitrusting inhoudt."

"Hm, dan plan B. Laat me met raptor 876 vliegen."

Hij zag haar het hoofd schudden over het gebruik van de door hen geborgen raptor.

"Waar wil je de raptor voor gebruiken?"

"Voor het uitvoeren van verkenningsvluchten."

Ze leek te betwijfelen of hij het meende.

"Moet ik echt een cubit gaan betalen om te weten waar je aan denkt?"

Na enige aarzeling zei hij: "Kobol."

Ze was volledig verrast door het antwoord. Een aantal mensen aan boord leken aan fatalisme te lijden, maar blijkbaar dacht de shuttlepiloot weer aan het opbouwen van een kolonie.

"Ga je me soms ook nog vertellen dat je weet waar het ligt?"

"Helaas kon Adanya me dat niet vertellen."

Hij zag haar nadenken en wilde de tussen hen gevallen stilte niet verstoren.

"Raptor acht zeven zes wordt pas in gebruik genomen als deze grondig is nagekeken. Luitenant Veerle is de enige gekwalificeerde ECO die ik verder nog aan boord heb want het lijkt me een slecht plan om Nitro mee te sturen."

"Het kan wel tot een oplossing leiden."

"Ja, eentje die mij niet aan zal staan. Na afloop zal ik diegene die nog leeft moeten opsluiten terwijl we iedereen nog hard nodig zullen hebben. Luitenant Veerle en ik zullen op je eerste vlucht meegaan. Onderweg kunnen we dan bespreken hoe we het gaan aanpakken." Ze zag zijn mond al open gaan om vermoedelijk te protesteren. "Het is de enige manier waarop ik van geheimhouding ben verzekerd en bij wie ik moet zijn als het toch uitlekt."

Wick sloot zijn mond weer en knikte in plaats daarvan nog slechts. Het had in zijn oren wel plausibel geklonken.

"Denk je echt dat luitenant Veerle geen geheim kan bewaren?"

"Ik had het meer over jou."

Hij haalde zijn schouders op. Luitenant Diana had inderdaad weinig redenen om hem te vertrouwen, zoals hij aan zich zelf toegaf.