In de rij
a
Amber schatte de afstand van haar tot de kassa op een meter of tien en daar tussen stonden een heleboel mensen met hun boodschappen. Zuchtend keek de vrouw om zich heen. Ze had er geen hekel aan om naar de supermarkt te gaan, maar het duurde altijd zo lang om er weer uit te komen. Het geluid van een voort geduwd winkelwagentje werd luider en hield vlak achter haar op. De rij van wachtenden was weer een stukje langer geworden.
"O, ik heb weer geluk. Helemaal achteraan de rij."
Deze woorden waren met een opmerkelijke vrolijkheid uitgesproken. Amber keek om. Een man knikte haar glimlachend toe. Het moest een dag of drie geleden zijn dat hij zich had geschoren. Zoiets viel haar onmiddellijk op. Even aarzelde ze. Het lag normaal niet in haar aard om een praatje te beginnen met een haar onbekende man.
"Vind je soms het wachten leuk?"
Hij knikte. Ze constateerde met een bedenkelijk gezicht dat hij er zelfs enthousiast uitzag.
"Probeer altijd ergens iets positiefs in te zien. Elke keer als dat gebeurd besef ik weer dat de vrouwen voor me in de rij staan. Voor een man is dat een heel aantrekkelijke gedachte. In ieder geval voor de hetero's onder ons."
Amber keek met een frons op haar gezicht weer naar voren. Voor haar stonden inderdaad vrouwen met hun vol geladen boodschappenwagentjes. Opnieuw keek ze om.
"Er staan ook mannen tussen", fluisterde ze.
"Ik dacht dat deze voor jou in de rij stonden. Het zal je vast meer zijn overkomen."
Hoofdschuddend keek Amber weer voor zich uit voor ze begon te lachen. De rij van wachtenden schoof weer een halve meter op. Ze schuifelde naar voren toe voor ze zich half omdraaide.
"Niet zoveel mannen, tot zover ik weet."
"Je vergeet de vrouwen."
Ze schudde kort, maar beslist het hoofd.
"Nee, ik vergeet ze niet en ik heb ook geen behoefte aan experimenten."
Er was weer ruimte ontstaan waardoor ze enkele stappen kon zetten.
"Jammer, mijn fantasie begon net op gang te komen."
Amber begon te giechelen, maar drukte al snel de hand voor haar mond. Verscheidene mensen in de rij voor haar hadden al een blik naar achteren geworpen en achter hem luisterden ook mensen mee. Het leek haar beter om weer zachter te gaan praten.
"Beeld je maar niets in", zei ze met een serieus gezicht, "ik val bovendien op een ander type man dan ik in deze rij kan vinden."
Even leek hij teleurgesteld te zijn voor hij een idee kreeg. Ze kon het van zijn gezicht aflezen. De grijns was terug gekeerd en de blauwgrijze ogen glinsterden.
"Je kan me als een tussendoortje beschouwen."
Amber schudde het hoofd en voelde zich rood worden. De grijns op zijn gezicht werd breder alsof het zich voedde met haar ongemak.
"Als ik van rij verander, maak ik dan een grotere kans op je telefoonnummer?"
"Nee en er is slechts één rij."
Ze zag hem even omkijken voor hij naar haar knipoogde.
"Positief blijven denken."
Tot haar verbazing stuurde hij het boodschappenwagentje uit de rij om achter een zwaarlijvige medewerkster van de supermarkt aan te lopen. Nieuwsgierig keek ze hem na.
"De middelste kassa gaat open", hoorde ze de medewerkster roepen.
Onthutst kon Amber slechts toekijken hoe hij zonder enige haast zijn boodschappen op de loopband begon te leggen. Achter hem ontstond enige chaos omdat de rij zich in twee rijen splitste. Ze bleef in de rij staan waar ze al stond, maar kon opeens wel een afstand van vier meter met haar winkelwagentje overbruggen.
"Zo schiet het wel op."
Het had iets besmettelijks om overal iets positiefs in te zien. Zodra het haar beurt was trok de kassière uit de rij er naast haar aandacht door met een bon te zwaaien.
"Ik moest deze aan je geven."
Aarzelend nam ze de bon aan. Er was op de achterkant ervan met een pen een reeks getallen geschreven en er onder een paar woorden.
"Het is volgens mij zijn telefoonnummer."
"Voor als ik me bedenk", las ze hardop.
De kassière keek haar na. Even zag ze de vrouw stilstaan bij de vuilnisbak, maar ze liep door zonder er iets in te gooien.