De spin
a
"Jezus Christus." Deze woorden waren wel gemeend uit de mond van de jarige man gekomen. Vermoedelijk daarmee hardop de gedachten van velen verwoordend. Hij staarde naar het gedeeltelijk verpletterde lichaam van de vogelspin. Een enkele harige poot vertoonde nog stuiptrekkingen. Een verbijsterde stilte hield de aanwezigen in zijn greep. Alleen het snikken van het blonde meisje Uria was nog in de woonkamer te horen.
Bianca staarde in afgrijzen naar de tot een vuist gebalde hand van Pjer. Deze ontspande zijn hand en veegde de kleverige resten van de spin aan het kleurrijke tafellaken af. Zonder de jarige of de op hem gerichte camera nog een blik waardig te gunnen pakte hij het meisje op en liep zacht met haar pratend naar buiten. Hij had bepaald geen indrukwekkend postuur waarmee je respect afdwong, maar iedereen maakte automatisch ruimte voor hem en het kind op zijn arm.
"Het was een grapje", zei de jarige enigszins onbeholpen. Het was een zwakke poging om de stilte te doorbreken. De man had al menig bezoeker angst aan gejaagd door, na een seintje van zijn zoon met de camera, een als kooi fungerend cadeau weg te trekken om de levende inhoud te onthullen. Het met acht, harige poten uitgeruste schepsel was zich onbewust van de vele schrikreacties, die het onder de mensen al te weeg had gebracht. Toevallig was het dier bij Uria in beweging gekomen tot een daverende klap er een abrupt einde aan had gemaakt. De andere hand had Pjer beschermend om het meisje geslagen.
Bianca schudde boos het hoofd. Bij binnenkomst was haar de spanning al opgevallen waarmee ze werden gade geslagen. Tot het moment was aangebroken waarop de jarige man triomfantelijk de inhoud onthulde van het enige nog niet uitgepakte cadeau op de tafel. Geschrokken was ze bij de aanblik van de harige spin in eerste instantie naar achteren gedeinsd. Pjer had daarin tegen heel anders gereageerd. Op een manier waarop waarschijnlijk niemand rekening had gehouden.
"Hou op met filmen", snauwde ze. Bekomen van de schrik snelde ze haar dochtertje achterna.
Genietend ademde Bianca de doordringende geur van een kamperfoelie in. Ze was blij dat het feest zich naar de grote achtertuin had verplaatst.
"Maakt hij bij jou thuis ook alle spinnen dood?"
Het was een onschuldige vraag, maar Bianca wierp de vragenstelster een vernietigende blik toe. De kleurenpracht van de talrijke planten rondom het grasveld was ze op slag vergeten.
"Hij is een collega van mij. Mijn auto staat bij de garage en ik kon met hem mee rijden."
"Uria kan het goed met hem vinden."
Het was Bianca ook al opgevallen. Pjer was iemand die weinig om kinderen gaf. Daarom vond ze het ook zo opmerkelijk dat hij Uria in zijn nabijheid accepteerde. Zelfs op een duidelijk onwennige manier met haar speelde. Ze had er al een paar maal vertederd naar gekeken.
"Hij maakte voor haar de spin dood", verklaarde ze.
"Een vogelspin is niet giftig."
De vrouwen keken twijfelend naar de zoon van de jarige, die met deze informatie kwam. Ze gruwelden nog bij de gedachte aan de spin. Hij was schijnbaar de enige op het feest die de dood ervan betreurde. Wijselijk trok de jongen zich terug met zoals de hele dag al het geval was de camera in de hand.
"Wist Pjer dat ook voor hij dat ding dood sloeg met zijn blote hand?"
Slechts een enkeling kon deze vraag beantwoorden. Bianca keek in zijn richting. Hij had zich bij een groepje mannen aangesloten waarbij zijn eerdere actie nog regelmatig door de anderen werd herhaald door hard op de onstabiele, hoge tafel te slaan. Er was al een glas bij gesneuveld en ze vermoedde dat er nog meer zouden volgen. De lege flessen op de tafel vertelden haar daarbij meer dan genoeg.
"Mijn man gilde nog harder dan ik", hoorde Bianca zeggen.
Ze luisterde maar half naar wat de andere vrouwen hadden gezien en gehoord.
"Ik weet wel een manier waarop ik hem zou bedanken."
Verward keek Bianca opzij.
"Wat bedoel je?"
"Voor wat hij voor je dochtertje heeft gedaan verdiend hij wel een bedankje."
De vrouw giechelde.
"Ik ben nog maar vier maanden gescheiden."
"Tijd om op de fiets te springen voor je het verleert."
Bianca bloosde terwijl de anderen lachten.
"Hij is slechts een collega."
Zelfs in haar eigen oren klonk het niet meer geloofwaardig.