De uitgesproken leugen en de papieren waarheid
a
De jonge vrouw op de bank klapte haar laptop dicht. Ze was bijna blij dat haar vriend was thuis gekomen. Moira had een poging gedaan om tijdens het wachten te werken, maar steeds waren haar gedachten daarbij afgedwaald naar de opbergmap op de tafel. Het bevatte een verhaal dat door haar collega's op het werk was uitgeprint. Ze stond op. Ongeduldig wachtte ze tot de deur tussen de hal en de woonkamer open zwaaide.
"Je hebt tegen me gelogen."
De mond van de man zakte open en ging weer dicht. De vijandig uitgesproken woorden hadden weinig met de hartelijke begroeting gemeen, die hij over zijn lippen had willen laten rollen. Verbaasd staarde Petar haar aan zonder te weten waar ze het over had.
"Zo te horen heb ik dat inderdaad gedaan", zei hij voorzichtig.
Boos griste ze de doorzichtige opbergmap van de tafel en plukte het papier er één voor één uit om vervolgens los te laten.
"Je verhaal", verklaarde ze en gooide nog bozer geworden de hele map op de plavuizenvloer.
Petar boog zich naar voren om een aan beide zijden afgedrukt papier op te rapen. Als een hobby bracht hij regelmatig wat tijd door in zijn comfortabele stoel in de woonkamer met een blocnote en een pen. Een aantal van deze verhalen typte hij dan later over om op het internet te plaatsen. De rest verdween bij het oud papier. Het was geen geheim en hij had het ook nooit voor haar verborgen gehouden. Ze had het zelfs leuk gevonden om deze creatieve kant van hem te leren kennen. Tot vandaag, althans.
Hij hoefde slechts één kant van het papier vluchtig te lezen om te weten over welk verhaal ze het had. Geschrokken liet hij het papier los, dat als een herfstblad naar de grond dwarrelde. Moira stond met de handen in haar zij voor hem. Deze houding typeerde haar als ze op oorlogspad was.
"Heb je het gelezen?"
"Waarom zou ik het lezen? Ben je bang dat ik vergeetachtig ben geworden? Je hebt ons leven beschreven en iedereen kan er van mee genieten. Zoals blijkbaar vandaag op mijn werk is gebeurd. Ik trof deze map aan op mijn bureau."
Langzaam schudde hij het hoofd. Woedend kwam Moira een stap dichterbij en tikte hem meerdere malen venijnig met een gelakte nagel tegen de borst. Het gebeurde zo hard dat het hem verbaasde dat haar vingernagel er tegen bestand bleek te zijn.
"Je schrijft wel eens meer over gebeurtenissen in ons leven, maar niemand kon ons daar in herkennen. Bovendien liet je me deze altijd eerst lezen. Dit is iets heel anders."
"Het is mijn schuld." Deze bekentenis bracht geen enkele verzoening. Petar liep langs haar heen naar de bank om daar te gaan zitten. Moed verzamelend om te vertellen waar hij al zolang mee rond liep. "Als ik de waarheid had verteld dan had je me nooit geloofd", zei hij met zijn ogen op de plavuizen gericht.
"Wil je soms zeggen dat het nu mijn schuld is? Je hebt over ons geschreven."
Petar schudde het hoofd. Hij wilde helemaal niemand beschuldigen.
"Jij en de vrouw in het verhaal zijn niet dezelfde personen. Het kan niet. Het mag niet."
De wanhoop die er in door klonk verwarde haar enigszins.
"Wat is er van het verhaal waar?"
"Bijna alles", zei Petar zo zacht dat ze het nauwelijks verstond.
"Wat is dit voor waanzin?"
"Mijn waanzin", zei hij ongelukkig en pakte haar laptop.
Ze schudde het hoofd en dwong zich zelf te kalmeren.
"Wat doe je?"
"Ik wil je iets laten zien. Voor we elkaar leerden kennen was ik op een andere site actief."
Hij schoof de laptop naar haar toe. Ze had de naam van de site onder elke pagina zien staan en het daarna ook opgezocht.
"Je kan mij vinden onder..."
"Ik weet het", onderbrak Moira hem, "zo vindingrijk ben je met je pseudoniem niet geweest."
Het was een onnodige sneer, die Petar zwijgend incasseerde.
Ze draaide de laptop om hem te laten zien dat ze zijn verhaal op haar scherm had. Zonder te weten wat hij ermee wilde bereiken want de papieren versie lag immers over de vloer van de woonkamer verspreid.
"Kijk naar de datum waarop het is ingestuurd."
Ze draaide de laptop terug om beter op het scherm te kunnen kijken.
"Dat kan niet kloppen." Ze keek hem aan.
"Het klopt wel."
Ze schudde haar hoofd.
"Het moet een fout zijn. We kenden elkaar toen nog niet eens."
"Geloof je mij als ik vertel dat ik mijn eigen verhaal beleef?"
Na enige aarzeling schudde Moira het hoofd. Ze wist zich geen raad meer met haar boosheid en scrolde naar beneden. Plotseling benieuwd naar wat hij allemaal had geschreven. Enigszins teleurgesteld keek ze naar de laatste pagina.
"Je hebt het niet afgemaakt."
"Het heeft een open einde."
Ze keek verwonderd op bij het horen van zijn verklaring.
"Je haat open eindes. Jij koopt zelfs geen boeken waarin een open einde staat. Waarom heb je het niet afgemaakt?"
Ze zag hem opstaan om naar het raam te lopen en na een paar keer diep in en uit te hebben geademd kwam Moira bij hem staan. Zo dicht dat hij haar kon voelen. Ze beschouwde zich zelf als een rationeel mens, maar dit had zoveel vragen bij haar opgeroepen.
"Ik heb het laatste hoofdstuk nooit ingestuurd", zei hij zacht.
"Waarom niet?"
Het bleef stil.
"Wil je me alsjeblieft aankijken, Petar?" vroeg ze fluisterend.
Gehoorzaam draaide hij zich naar haar toe. Ze zag hem tegen de tranen vechten, maar het was een strijd die hij elk moment dreigde te verliezen.
"Ik leerde jou kennen."
"Op de manier zoals je geschreven had", vulde ze aan.
Hij keek weer voor zich uit.
"Wat staat er in het..." Ze kreeg plotseling geen woord meer over haar lippen. Over zijn wang had Moira een traan van onmacht zien rollen.