Een schrijversontdekking
a
Een echte persoonlijkheid op lange, sierlijk gevormde benen was aan de zijde van de directeur de unit binnen gestapt. Grote, blauwe ogen verkenden de mannenwereld waarin het meisje terecht was gekomen. Even bleven de lang gewimperde ogen op een kalender van afgelopen jaar rusten. De schaars geklede dame van de maand februari was zo te zien al heel wat keren beduimeld. Het meisje keek met enige jaloezie naar het lange haar van de gefotografeerde vrouw. Ze had het recent kort laten knippen voor een wat zakelijker imago, maar moest er zelf nog erg aan wennen.
"Komt zij bij ons solliciteren? Van mij mag ze vandaag al beginnen."
Het klonk bijzonder gretig. Het meisje draaide de breed grijnzende man de rug toe. Hier en daar werd er om deze woorden gelachen. De meerderheid keek in de richting van de directeur, om de gedachten van de man te peilen. Een aantal besloot daarop neutraal te blijven kijken. Om wat het meisje er van vond, leek niemand zich te bekommeren. Ze keek met een tot een grimas vertrokken gezicht om naar de man en zag nog altijd dezelfde grijns op zijn gelaat.
"Zat je nou naar mijn kont te staren? Je bent oud genoeg om mijn opa te zijn."
Er volgde tot ieders verbazing, op die van de directeur na, nog een paar vloeken, die een ruwe bouwvakker niet zou hebben misstaan. Grinnikend wendde de directeur zich naar een man, die zich van de rest had afgezonderd. Iets wat met terugkerende regelmaat gebeurde in de middagpauze. Deze tijd besteedde de voorman namelijk aan het uitoefenen van zijn hobby.
"Van Kleiendijk, wat vind je van haar?"
Bekend met deze naam keek het meisje naar de man met het kladblok. Ze hoorde de directeur de naam herhalen, voor er eindelijk een reactie volgde. Volledig verdiept in het schrijven keek de man vragend de directeur aan. Het koste hem moeite om zijn irritatie voor de grote baas te verborgen te houden. Volgens het CAO had hij recht op een ongestoorde pauze en daar hectte hij waarde aan.
"Mag ze bij jou in de ploeg?"
Het meisje zag de directeur naar haar wijzen. Ze werd blijkbaar pas nu door de voorman opgemerkt. Hij monsterde haar met een korte, koele blik, voor zijn aandacht weer naar de directeur werd verlegd.
"Zonder persoonlijke beschermingsmiddelen is ze in mijn ploeg niet welkom."
"Daar komt ze."
De voorman kon slechts verbaasd toekijken hoe de man een haastige aftocht blies en hem alleen in de gegraven geul achter liet. Ook hij hield vanuit zijn ooghoek het meisje in de gaten. Ze kwam op alles behalve degelijke naaldhakken zijn kant op gelopen. Elke plas water op haar weg werd met een ruime boog vermeden. Af en toe kon hij haar met moeite haar evenwicht zien bewaren als de schoenen wegzakten in de modderige grond. De kraanmachinist claxonneerde zodra het meisje binnen draaibereik van zijn machine kwam. De religieus opgevoede man wilde haar attenderen op het gevaar, maar het meisje gunde hem zelfs geen blik waardig. Haar hand ging omhoog voor een reactie, die de mond van de kraanmachinist letterlijk open deed vallen. De voorman keek haastig een andere kant op en deed alsof hij de middelvinger niet had gezien, voor hij begon te lachen. De kraanmachinist met zijn Christelijke achtergrond zou waarschijnlijk de rest van de maand iedereen in zijn omgeving, tot vervelens toe, hierover gaan vertellen. De man sloot met een klap het raam van de kraancabine, alsof hij het meisje met deze handeling geheel buiten kon sluiten.
"Mag ik u een misschien vreemde vraag stellen?"
Nieuwsgierig nam de voorman het meisje in zich op. In de unit was ze heel even naast hem komen staan om een nieuwsgierige blik op het kladblok te werpen. Zo dichtbij dat hij bijna bedwelmd was geraakt van haar parfum. Het meisje had er deze ochtend waarschijnlijk zeer rijkelijk gebruik van gemaakt. Hij was bezig geweest met het uitwerken van een idee naar een volwaardig verhaal. Vragen of schertsende opmerkingen, die hij al eerder van zijn collega's had ontvangen, waren van haar kant uitgebleven. Hij knikte haar toe.
Het meisje zag er knap uit. Waarschijnlijk nog wel meer als ze minder make-up gebruikte. Haar dialect was plotsklaps verdwenen en ze had zelfs het woord u in de mond genomen. Het was iets waar hij haar zelfs de directeur geen enkele maal op had horen trakteren. "Schrijft u soms verhalen?"
Het was inderdaad een verrassende vraag. Volgens de mannen van zijn ploeg had het meisje langdurig in zijn richting gekeken, nadat hij de pen weer ter hand had genomen. De voorman had weinig waarde aan deze woorden gehecht. Hij was minstens tweemaal zo oud als zij. Misschien had ze de schoolbanken niet eens verlaten. Ze kon geen interesse in hem hebben.
"Ik heb een paar verhalen ingestuurd", zei hij voorzichtig.
"Als ik de juiste persoon voor me heb, dan zijn het er inmiddels alles bij elkaar opgeteld meer dan een paar geworden."
"Tweeënvijftig maal heb ik iets ingestuurd. Er zaten ook gedichten bij, maar dat is een genre waar ik beter ver weg van kan blijven."
"U bent het echt! Ik vind het zo leuk dat ik u eens werkelijk zie." De voorman zag haar een roze GSM te voorschijn halen. "Nu zal ik voor altijd uw gezicht voor me zien als ik uw naam zal zien staan." Hij zag haar ogen daarbij stralend. Een paar seconden later had ze ongevraagd een foto van hem genomen en borg de telefoon weer op in haar van glitters voorziene handtasje. In diepe verwarring gebracht keek hij haar aan.
"Het spijt me, maar je naam... Ik ben nogal kort van geheugen", excuseerde de voorman zich.
Ze zwaaide het excuus weg alsof het haar weinig kon deren. "Ik gebruik een pseudoniem. Op bijna de helft van mijn verhalen heeft u een reactie achtergelaten. Ik ben niet zo goed als u, maar uw commentaar eindigt altijd positief en ik leer er heel veel van. Volgens mijn leraar Nederlands ben ik goed vooruit gegaan."
"Dat is leuk..."
"Maar misschien heeft het er ook mee te maken dat ik ben blijven zitten", praatte ze door. Misschien was het haar niet eens opgevallen dat ze hem daarbij onderbrak.
"Minder leuk om te horen", corrigeerde de voorman zich zelf snel. Ook ditmaal kon hij er niet zeker van zijn dat het tot haar was doorgedrongen wat hij had gezegd. Ze bleef maar met een opmerkelijke snelheid doorpraten. Hij keek naar de kraanmachinist, maar van deze kant hoefde hij geen enkele hulp te verwachten. De machinist benutte de tijd om de cabine van zijn machine schoon te maken.
Een claxon deed hen allen opkijken. Een Mercedes met de directeur achter het stuur kwam aangestormd. Geen kuil in het wegdek werd vermeden. Het water spatte hoog aan weerskanten van de auto op tot de chauffeur de rem in trapte. De zilverkleurige wagen kwam glijdend tot stilstand. Als zijn medewerkers op het bouwterrein op deze manier reden, werd de man altijd wild van woede, maar nu leek hij indruk te willen maken op de andere sexe.
"Ik moet gaan. Die 'Ouwe' wil weer met me gaan pronken op het hoofdkantoor. Tot ziens."
De kraanmachinist ging automatisch stijf overeind zitten zodra hij haar zijn kant op zag kijken. Hij liet zelfs van schrik de doek vallen waarmee hij de binnenzijde van de ruit aan het schoonmaken was geweest. Zag hij haar nu lachen? Hij wachtte tot ze was ingestapt en de Mercedes al bijna van het bouwterrein was, voor hij het raam opende om weer met de voorman te kunnen praten.
"Jij kent haar?"
De ontsteltenis in zijn stem kon de ander onmogelijk ontgaan. "Ik heb geen idee wie ze is", antwoordde de nog altijd beduusd kijkende voorman.
De kraanmachinist keek hem bedenkelijk aan.
"Het is echt zo." Zelfs deze woorden hadden geen enkele uitwerking op de religieuze man.
De kraanmachinist hervatte de graafwerkzaamheden. Voor de eerste maal diep teleurgesteld in de voorman, die hij altijd voor een nette man had aangezien.